Aesculap
Dermatoom GA340 / dermatoom 0,1 mm GA341
6.2
Functionele test
Vóór elk gebruik en na elke intraoperatieve accuwisseling moet de func-
tietest worden uitgevoerd.
►
Zorg ervoor dat er een accu is geplaatst.
►
Zorg ervoor dat het afsluitdeksel geheel vastgeklikt is.
►
Zorg ervoor dat de snijkanten van het dermatoommes niet mechanisch
beschadigd zijn.
►
Controleer of het dermatoommes correct is aangebracht.
►
Controleer of het dermatoommes stevig vastzit.
►
Controleer of de spanbouten stevig zijn aangedraaid.
►
Product voor werking activeren (stand ON).
►
Gebruik het product kort met de maximale oscillatiefrequentie.
►
Controleer of de draairichting klopt.
►
Gebruik geen beschadigde of defecte producten.
►
Houd beschadigde producten onmiddellijk apart.
6.3
Gebruik
Gevaar voor infectie of letsel door aërosolvorming
of deeltjes!
►
Neem gepaste beschermingsmaatregelen (bijv
WAARSCHUWING
waterdichte beschermende kleding, gezichts-
masker, veiligheidsbril, afzuiging).
Gevaar voor letsel en/of slechte werking!
►
Voer voor elk gebruik een functionele test uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door gebruik van het pro-
duct buiten het gezichtsveld!
►
WAARSCHUWING
Gebruik het product alleen onder visuele con-
trole.
Opmerking
De aandrijfmotor van het product wordt gebruikt met een magnetisch sen-
sorsysteem. Om een abusievelijke start van de motor te voorkomen, mag
het product niet worden blootgesteld aan magnetische velden (bijv. mag-
netische instrumentenpanelen).
Opmerking
De zachte fluittoon bij het opstarten van het product is te wijten aan het
ontwerp.
104
Acculan 4
®
6.3.1
Snijdiepte instellen
Opmerking
Bij de instelling van de snijdikte moet rekening worden gehouden met de
huidconditie (bijv. met betrekking tot de leeftijd) van de patiënt.
►
Snijdikte met instelhendel 18 instellen. De vergrendeling 19 van de
instelhendel 18 voorkomt een onbedoeld aanpassen van de snijdikte,
zie Afb. C.
►
Snijdikte op de schaalring 20 aflezen (schaalindeling 1/10 mm).
►
Volg de informatie voor de probleemoplossing op, zie Opsporen en ver-
helpen van fouten.
6.3.2
Snijbreedte instellen
Gevaar voor verwonding/snijden aan dermatoom-
mes bij onoordeelkundig openen van de kleppen!
►
WAARSCHUWING
Klap de kleppen alleen omhoog met behulp van
de klepnokken.
Opmerking
De breedte van het gesneden strookje huid is ca. 2 mm kleiner dan de inge-
stelde snijbreedte.
►
Bepaal de gewenste snijbreedte door het overeenkomstige aantal
kleppen 24 in te stellen.
►
Til de kleppen 24 veilig op door het indrukken van de kleplipjes 25, zie
afb F.
6.3.3
Product gebruiken
Opmerking
De zachte fluittoon bij het opstarten van het product is te wijten aan het
ontwerp.
►
Drukknop 2 indrukken.
De oscillatiefrequentie wordt traploos geregeld.
6.3.4
Huidtransplantaten verwijderen
Opmerking
Voordat u het dermatoom voor het eerst gaat gebruiken, moet u in een pre-
paraat enkele proefincisies maken om vertrouwd te raken met de werking
van het apparaat.
►
Trek een slappe huid strak.
►
Schuif het product 1 bij het snijden onder lichte druk gelijkmatig met
uitgespreide snijvlakken naar voren. Let erop dat het product 1 niet
kantelt.
►
Voor extreem dunne incisies plaatst u af en toe de afgescheiden huid-
flap met een pincet op het oppervlak 21, zie Afb. C.
►
Schakel de motor uit en trek de zojuist losgesneden huidflap uit het
apparaat.
- of -
►
Laat de handgreep zakken en snijd de huidflap eraf met het product 1.