Stiebel Eltron SOL 27 BASIC Utilisation Et Installation page 84

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

De pomp slaat aan en schakelt kort daarna
weer uit. Dit proces wordt enkele keren her-
haald tot de installatie doorloopt. 's Avonds
wordt hetzelfde vastgesteld.
De manometer toont een drukdaling.
De pomp maakt lawaai.
De installatie maakt lawaai. Dit is normaal
tijdens de eerste dagen na het vullen. Als dit
lawaai zich later voordoet, zijn er twee moge-
lijke oorzaken:
De boiler koelt 's nacht af. Na het uitschake-
len van de pomp zijn de temperaturen in de
aanvoer en de retour verschillend. De col-
lectortemperatuur is 's nachts hoger dan de
buitentemperatuur.
De naverwarming werkt niet. De ketel draait
gedurende korte tijd, gaat uit en slaat weer
aan. Dit proces blijft zich herhalen tot de boiler
zijn ingestelde temperatuur heeft bereikt.
De boiler koelt te sterk af.
De pomp schakelt niet uit.
De zonnestralen volstaan nog niet om het volledige
buisnet te verwarmen.
Het debiet is te hoog (de pomp is te hoog inge-
steld).
Het schakeltemperatuurverschil van de regelaar is
te klein ingesteld.
Het buisnet is niet volledig geïsoleerd.
De boiler- en collectorvoeler werden omgewisseld
tijdens de aansluiting. (Het probleem doet zich voor
na de ingebruikname.)
Korte tijd na het vullen van de installatie is een
drukverlies normaal, omdat er nog lucht uit de
installatie ontsnapt. Als er zich later nogmaals een
drukdaling voordoet, kan dit worden veroorzaakt
door een luchtbel die losgekomen is. Bovendien
schommelt de druk bij normale werking afhankelijk
van de installatietemperatuur met 0,02–0,03 MPa.
Als de druk continu daalt, zit er een lek in het zon-
necircuit.
Fluïdverlies door openen van de veiligheidsklep,
omdat het expansievat te klein werd gedimensio-
neerd, of drukloos of defect is. Collectorschade (niet
dicht) en vorstschade door te klein vorstbescher-
mingsgehalte.
Lucht in de pomp.
Onvoldoende installatiedruk.
De installatiedruk is te klein. De pomp trekt lucht
aan via de ontluchter.
Het pompvermogen is te hoog ingesteld.
De zwaartekrachtrem sluit niet.
Eénbuiscirculatie bij korte buisnetten met gering
drukverlies.
Er zit lucht in de naverwarming-warmtewisselaar.
Het warmtewisselaaroppervlak is te klein.
De isolatie is defect of verkeerd gemonteerd.
Verkeerde instelling van de regelaar voor de naver-
warming.
De warmwater-circulatie werkt te vaak en/of 's
nachts.
Voeler defect of niet correct gepositioneerd.
Regeling niet in orde.
Controleer nogmaals op eventuele fouten als de zonnestra-
ling sterk genoeg is.
Verminder de vermogenstrap van de pomp.
Verhoog het schakeltemperatuurverschil op de regelaar.
Isoleer de buizen.
Sluit de temperatuursensoren aan op de juiste sensorklem-
men (zie gebruiks- en montagehandleiding van de regeling).
Is de automatische ontluchter vergrendeld?
Controleer de schroefkoppelingen, de pakkingbussen op de
afsluiters en de draadaansluitingen. Controleer de soldeer-
punten.
Controleer de voordruk van het expansievat en de dichtheid
van het membraan.
Controleer de grootte van het expansievat. Controleer het
vorstbeschermingsgehalte en de pH-waarde.
Ontlucht de pomp.
Verhoog de installatiedruk.
Ga na of het expansievat groot genoeg werd gekozen. Con-
troleer de voordruk van het expansievat. Verhoog de instal-
latiedruk.
Schakel naar een lager toerental en controleer het debiet op
de debietmeter met compensatieventiel.
Controleer de stand van de instelschroef. Controleer de
zwaartekrachtrem op dichtheid. Zit een spaan vastgeklemd of
zitten er vuildeeltjes in het dichtingsvlak?
Wijzig de plaatsing van de kabel. Sluit de zonnewarmtewis-
selaar niet direct aan, maar trek de toevoerleidingen eerst U-
vormig omlaag. De sifon ondersteunt de zwaartekrachtrem.
Monteer eventueel een twee-weg-ventiel dat tegelijk met de
pomp wordt geschakeld.
Ontlucht de naverwarming-warmtewisselaar.
Vergelijk de informatie van de ketelfabrikant en van de boi-
lerfabrikant. Het probleem kan eventueel worden opgelost
door een hogere aanvoertemperatuur op de ketel.
Controleer of de isolatie in orde is. Isoleer de boileraanslui-
tingen.
Controleer de instelling van de ketelregelaar.
Controleer de schakeltijden en de intervalwerking.
Controleer de positie, de montage en de karakteristieken van
de voeler.
Opmerking: Toerentalgeregelde pompen schakelen niet
onmiddellijk uit, maar pas nadat het kleinste toerental werd
bereikt.

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Sol 27 basic w

Table des Matières