Opsporen Van Fouten/Verhelpen Van Storingen - Tractel tirak T 1000 Manuel D'installation Et De Manutention Original

Montage- en bedieningshandleiding
17

Opsporen van fouten/Verhelpen van storingen

GEVAAR!
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
Het lastopnamemiddel kan kantelen wanneer het zich vast-
haakt.
– Lier onmiddellijk stoppen
– Oorzaak vaststellen en fout verhelpen.
Storing
Oorzaak
De motor start maar de kabel beweegt niet.
Kabelopstopping in de lier door beschadigde of verkeerde kabel.
Belemmering in de kabeluitgang.
De last is blijven haken of is vastgebonden.
Lier is zonder werking.
Besturing niet ingeschakeld.
NOODSTOP-toets ingedrukt.
NOOD-eindschakelaar geactiveerd.
NOOD-eindschakelaar defect.
Netvoeding onderbroken.
Voedingskabel tussen netaansluiting en besturing onderbroken.
Stroomtoevoer verkeerd aangesloten resp. nulgeleider ontbreekt.
Veiligheidsuitschakeling na oververhitting wegens gebrekkige motorkoe-
ling.
Veiligheidsuitschakeling door oververhitting wegens te hoge of te lage
spanning.
Twee fasen in de toevoerleiding zijn verwisseld. De ingebouwde be-
scherming tegen verwisseling van de fasen blokkeert de besturing.
De rem opent niet (geen klikken bij aan- en uitschakelen) omdat toevoer-
leiding, remspoel of gelijkrichter defect zijn.
De rem opent niet (geen klikken bij aan- en uitschakelen) omdat de
remrotor versleten is.
NL-24
Oplossing
– Last opvangen (bijv. met spieklem of takel).
– Kabel voor en achter de lier doorsnijden.
– Lier ter reparatie opsturen.
– Indien aanwezig reservelier met nieuwe kabel installeren.
– Last voorzichtig bevrijden resp. losmaken.
– Kabel, aanslagmiddel en lastopnamemiddel op veilige werking
controleren.
– Besturing inschakelen.
– NOODSTOP-toets ontgrendelen.
– Daal af in de noodmodus tot de eindschakelaar vrijkomt.
– Eindschakelaar door een vakbekwame elektromonteur laten contro-
leren of vervangen.
– Oorzaak vaststellen en fout verhelpen.
– Alle kabels en aansluitingen controleren en evt. repareren.
– Aansluiting door een elektromonteur laten corrigeren.
– Evt. door de fabrikant laten ombouwen.
– Reinig de motorkap.
– Onder last de spanning en de stroomopname van de motor door
een vakbekwame elektromonteur laten meten.
– Evt. leidingdoorsneden verhogen.
– Fasewisselaar in stekker 180° draaien, zie Afb. 21.
– Voedingskabel, remspoel, gelijkrichter door een elektromonteur
laten controleren en repareren resp. vervangen.
– Lier ter reparatie naar de fabrikant of een werkplaats voor hijswerk-
tuigen sturen.
G932.4 - 09/2015