nld
Videoformaat
Kies tussen PAL en NTSC. Deze instelling is noodzakelijk, als het beeld op
een afzonderlijk afspeelapparaat moet worden weergegeven (zie ook de
menubeschrijving 'Video-uitgang'). Selecteer het gewenste videoformaat met
behulp van de knoppen omlaag/omhoog (fi g. 1 (4 en 11)) en bevestig met de
knop OK (fi g. 1 (10)). Neem de handleiding van het afspeelapparaat in acht.
Automatische uitschakeling
In dit menu wordt de tijd ingesteld waarna de controllereenheid automatisch
wordt uitgeschakeld. Als 'uit' wordt geselecteerd, blijft de controllerunit altijd
ingeschakeld. Volgende tijden kunnen worden ingesteld: 5 min / 10 min / 15
min / 30 min. Selecteer de gewenste tijd met behulp van de knoppen omlaag/
omhoog (fi g. 1 (4 en 11)) en bevestig met de knop OK (fi g. 1 (10)).
Metertelling
In het menu 'Metertelling' verschijnt een submenu:
Reset: stelt de indicator (fi g. 1 (28)) van de afgewikkelde schuifkabel weer op
0 cm/inch in.
Maatregelfactor: mag niet worden veranderd; deze moet op 4 ingesteld zijn.
Eenheid: keuze tussen cm en inch.
Selecteer het gewenste submenu met behulp van de knoppen omlaag/omhoog
(fi g. 1 (4 en 11)) en bevestig met de knop OK (fi g. 1 (10)).
2.4 Aansluiting op een computer
Zodra de controllereenheid via de bijgeleverde USB-kabel met een computer
wordt verbonden, wordt hij als verwisselbaar medium geconfi gureerd. Er
verschijnt een overeenkomstig symbool op de computer. De hardware-installatie
kan, afhankelijk van het besturingssysteem en de computersnelheid, enkele
minuten duren. Minimale systeemvereisten voor de computer: MS Windows
2000 met Media Player of recenter. Als het apparaat op de computer geconfi -
gureerd is, kunnen net zoals bij een harde schijf, video's en foto's worden
gekopieerd en verwijderd. Nadat de met de controllereenheid opgenomen
foto's/video's van de SD-kaart van de controllereenheid naar een ander geheu-
genmedium gekopieerd zijn, kunnen deze weer naar de SD-kaart van de
controllereenheid worden gekopieerd. Deze bestanden worden door de control-
lereenheid echter niet herkend en niet weergegeven.
3. Bedrijf
De buis of riool dient voor de inspectie te worden gereinigd. Trek de camerakop
met kleurencamera (fi g. 4 en 5 (23)) voorzichtig uit de kabelkorf. Knik de
schuifkabel niet, breukgevaar!
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De schuifkabel heeft een hoge mechanische spanning, wanneer hij uit de
kabelkorf of haspel wordt getrokken of sterk wordt gebogen. De schuifkabel
veert en kan terugslaan. Houd de schuifkabel altijd goed in een hand vast. Om
de schuifkabel gecontroleerd uit de kabelkorf of haspel te trekken, is het aan
te bevelen de kabelkorf in de hand vast te houden of een voet op de voetbuis
van de haspel te zetten.
Breng de camerakop met kleurencamera (fi g. 4 en 5 (23)) in, bijv. in de te
inspecteren buis. Stel de helderheid van de leds aan de camerakop indien
nodig in met de knoppen leds donkerder (fi g. 1 (7)) en leds lichter (fi g. 1 (13)).
Met de knoppen zoom (fi g. 1 (5 en 12)) kan het weergegeven beeldbereik van
de camera digitaal worden verkleind of vergroot. De actueel ingestelde waarde
(fi g. 1 (29)) wordt op het display weergegeven. Bij het inschakelen van de
controllereenheid is de zoomfactor op X 1.0 ingesteld. De zoomfactor kan van
X 1.0 in 0.1-stappen worden ingesteld tot X 2.0. Hoe hoger de waarde van de
zoomfactor, hoe groter het beeld wordt weergegeven.
Met de knop beeld draaien (fi g. 1 (9)) wordt het weergegeven beeld van de
camera telkens 90° gedraaid. Na viermaal drukken op de knop 'beeld draaien'
wordt het oorspronkelijke camerabeeld weer weergegeven, instelling zoals bij
het inschakelen van de controllerunit.
Met een druk op de knop foto-opname (fi g. 1 (14)) wordt een foto op de SD-kaart
opgeslagen.
Met een druk op de knop video-opname (fi g. 1 (8)) wordt een video op de
SD-kaart opgeslagen. Door nogmaals op de knop video-opname te drukken,
wordt de video-opname gestopt. Bij REMS CamSys 2 zijn de video-opnamen
met spraakopname. De instelling van het menu 'automatische uitschakeling'
reageert tijdens een video-opname niet; de controllerunit wordt niet uitgescha-
keld. Bij een lage accustand dient de spanningsbron/het laadapparaat op de
laad-/netaansluiting (fi g. 2 (17)) van de controllereenheid en een geschikte
contactdoos te worden aangesloten.
Schuif de camerakop met kleurencamera (fi g. 4 en 5 (23)) met de schuifkabel
bijv. in de te inspecteren buis. Wanneer de camerakop een leidingbocht bereikt,
verhoogt de schuifweerstand. Om door de leidingbocht te komen, dient de
schuifkabel met meerdere schoksgewijze heen-en-weerbewegingen verder te
worden geschoven. Bij het terugtrekken van de camerakop wordt op dezelfde
wijze te werk gegaan.
3.1 Foto- en videoweergave
REMS CamSys
Met een druk op de knop omlaag (fi g. 1 (4)) of omhoog (fi g. 1 (11)) verschijnt
een lijst van de opgeslagen foto's resp. video's. De laatst opgeslagen foto/video
wordt hierbij als eerste vermeld. De geselecteerde foto wordt direct op het
display weergegeven. Een opgenomen video wordt eveneens als foto weer-
gegeven. Deze foto is het startbeeld. Om een video af te spelen, moet op de
knop video-opname (fi g. 1 (8)) worden gedrukt. De videoweergave kan worden
onderbroken door nogmaals op de knop video-opname (fi g. 1 (8)) te drukken.
Een foto herkent men aan het symbool fotoweergave en een video aan het
symbool videoweergave. Een weergegeven foto/video kan worden verwijderd
door op de knop OK (fi g. 1 (10)) te drukken. Selecteer vervolgens met de
knoppen omlaag/omhoog (fi g. 1 (4 en 11)) 'ja' en druk op de knop OK. Om de
foto- en videoweergave te verlaten, drukt u op de escape-knop (fi g. 1 (3)). Na
ca. 1 minuut zonder een druk op een knop verlaat de controllerunit automatisch
de foto- en videoweergave.
symbool fotoweergave
symbool videoweergave
REMS CamSys 2
Met een druk op de knop omlaag (fi g. 1 (4)) of omhoog (fi g. 1 (11)) verschijnt
een overzicht van de opgeslagen foto's resp. video's. De laatst opgeslagen
foto/video wordt gemarkeerd weergegeven. Met een druk op de knop omlaag
(fi g. 1 (4)) of omhoog (fi g. 1 (11)) kan de foto/video worden geselecteerd die
vergroot moet worden weergegeven. Met een druk op de knop OK (fi g. 1 (10))
wordt de foto/video vergroot weergegeven. Een opgenomen video wordt
eveneens als foto weergegeven. Deze foto is het startbeeld. Om een video af
te spelen, moet op de knop video-opname (fi g. 1 (8)) worden gedrukt. De
videoweergave kan worden onderbroken door nogmaals op de knop video-
opname (fi g. 1 (8)) te drukken.
Een foto herkent men aan het symbool fotoweergave en een video aan het
symbool videoweergave. Een weergegeven foto/video kan worden verwijderd
door op de knop OK (fi g. 1 (10)) te drukken. Selecteer met de knoppen omlaag/
omhoog (fi g. 1 (4 en 11)) 'ja' en druk op de knop OK. Om de foto- en video-
weergave te verlaten, drukt u op de escape-knop (fi g. 1 (3)). Na ca. 1 minuut
zonder een druk op een knop verlaat de controllerunit automatisch de foto- en
videoweergave.
symbool video in het overzicht
symbool fotoweergave
symbool videoweergave
3.2 Controllereenheid uitschakelen
Houd de aan-uitknop (fi g. 1 (2)) ca. 3 – 5 seconden ingedrukt. Het display (6)
wordt uitgeschakeld.
3.3 Doorvoeradapters
Bij werkzaamheden in grotere buisdiameters, bijv. in het leidingnet, kan het
nuttig zijn om aan de camerakop met kleurencamera doorvoeradapters (toebe-
horen) te monteren, opdat de camerakop met kleurencamera niet direct op de
bodem van de buis wordt bewogen. De doorvoeradapter Ø 62 mm (fi g. 6 (33))
en doorvoeradapter Ø 100 mm (fi g. 6 (34)) worden met de schroef (35) op de
geleideveer van de camerakop (23) vastgeklemd.
3.4 Camerakop met zender lokaliseren (REMS CamSys 2)
Camerakabelset S-Color S 30 H en camerakabelset S-Color S-N 30 H hebben
een zender (fi g. 4 (40)) voor lokalisatie van de camerakop met kleurencamera
(fi g. 4 en 5 (23)). De zender kan met een geschikte detector worden gelokali-
seerd.
Voor de lokalisatie van de camerakop met zender dienen de leds met de knop
leds donkerder (fi g. 1 (7)) volledig te worden uitgeschakeld; pas daarna wordt
de zender voor de lokalisatie ingeschakeld. Gebruik voor de lokalisatie REMS
Explorer (toebehoren art.nr. 175312) of een andere geschikte detector. Lees
en volg de handleiding van de detector.
4. Onderhoud
Ongeacht het hieronder beschreven onderhoud wordt aanbevolen om het
apparaat ten minste één keer per jaar naar een geautoriseerde REMS klan-
tenservice te brengen voor een inspectie en herhaalde controle van het elek-
trische apparaat. In Duitsland is zo'n herhaalde controle van elektrische
apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 verplicht en volgens het ongevalpre-
ventievoorschrift DGUV-voorschrift 3 'Elektrische installaties en bedrijfsmiddelen'
ook voor mobiele elektrische bedrijfsmiddelen voorgeschreven. Daarnaast
dienen de voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheidsbepalingen,
regels en voorschriften in acht genomen en gevolgd te worden.
4.1 Onderhoud
WAARSCHUWING
Vóór onderhoudswerkzaamheden altijd de netstekker uittrekken!
Reinig het apparaat regelmatig, vooral ook als het langere tijd niet wordt gebruikt.
Bewaar het apparaat altijd op een schone en droge plaats.
Reinig kunststof onderdelen (bijv. de kast) uitsluitend met de machinereiniger
REMS CleanM (art.nr. 140119) of met milde zeep en een vochtige doek. Gebruik
geen huishoudelijke reinigingsmiddelen. Deze bevatten allerlei chemicaliën die
kunststof onderdelen kunnen beschadigen. Gebruik voor de reiniging in geen
geval benzine, terpentijnolie, thinner of dergelijke producten. Verontreinigingen,
met name in de geleideveer, dienen voorzichtig te worden verwijderd. Voor de
nld
33