Probleem
Het spuitapparaat maak een
geluid, maar bij gebruik van
de trekker komt er geen mate-
riaal uit het apparaat.
De spuitresultaten zijn slecht. De sproeikop is deels verstopt.
Vertaling van de originele handleiding
Oorzaak
Het spuitapparaat is niet ontlucht.
De ontluchtings-/ drukontlastingsklep staat
in de bovenste positie.
De aanzuigbuis ontbreekt of is verkeerd
geplaatst.
Zeef of ontluchtingsgat van de zuigbuis is
verstopt.
De O-ringen van de zuigbuis zijn beschadigd
of ontbreken.
De sproeikop staat niet in de spuitpositie.
De sproeikop is verstopt.
De sproeikopfilter is verstopt.
Drukregelaar is te laag ingesteld of Hi/Lo-
schakelaar staat op Lo.
Het spuitapparaat is te schuin gehouden en
de aanzuigbuis heeft het contact met het
materiaal verloren.
Er is geen of te weinig materiaal in het
reservoir.
Inlaatklep is verstopt door materiaalresten
in het spuitapparaat.
De pomp is verstopt, bevroren of is van bin-
nen vuil.
Er komt materiaal uit de opening aan de
voorkant van het spuitapparaat.
De sproeikop staat niet in de juiste positie.
Verkeerde sproeikop voor aanbrengen van
materiaal.
De sproeikopfilter is deels verstopt of
beschadigd.
De zeef in de zuigbuis is deels verstopt.
De sproeikop is versleten of beschadigd.
Gespoten materiaal is met zuurstof verrijkt,
omdat het is geschud.
56
Oplossing
Pomp ontluchten. Zie de informatie over
het in gebruik nemen van het apparaat,
pagina 12. Wanneer het spuitapparaat
niet ontlucht, raadpleeg dan Storingen
oplossen op pagina 52.
Zet de klep omlaag in de spuitpositie.
Controleer of de aanzuigbuis goed is
geïnstalleerd.
Zie Apparaat reinigen, pagina 46.
Vervang de O-ringen van de zuigbuis.
Draai de sproeikop in de spuitpositie.
Zie Sproeikopverstoppingen oplossen,
pagina 45.
Haal de filter eruit en reinig deze, pagi-
na 46.
Draai de drukregelaar hoger of zet de Hi/
Lo-schakelaar op Hi.
Controleer of het reservoir met materi-
aal is gevuld. Draai de zuigbuis. Houd
het reservoir niet te schuin. Verwijder
de pomp, zie het apparaat in gebruik
nemen op pagina 42.
Vul het reservoir met materiaal en ont-
lucht de pomp.
Verplaats de inlaatklep met een potlood
met een dunne staaf om te kijken of de
klep vrij naar boven en onder beweegt.
Zie Uitbouw / onderhoud van de inlaat-
klep, pagina 53.
Zie Reparatie van de uitlaatklep, pagi-
na 24, en Uitbouw / onderhoud van de
inlaatklep, pagina 53.
Het spuitapparaat heeft het einde van
de levensduur bereikt. Vervang het spui-
tapparaat.
Zie Sproeikopverstoppingen oplossen,
pagina 45.
Draai de sproeikop in de spuitpositie.
Zie de selectietabel, pagina 43.
Filter reinigen of vervangen, zie pagina
46.
Reinig de zuigbuis of vervang deze, zie
pagina 46.
Sproeikop vervangen, zie pagina 44.
Het materiaal NIET schudden. Roer
het materiaal of controleer de aanbeve-
lingen van de fabrikant voor het spuiten
materiaal.