Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
Afwijkingen
De AAN/UIT knop brandt niet wan-
neer deze op de AAN positie staat.
De ampère-meter van het apparaat
slaat niet uit.
De lader is correct aangesloten maar
laadt de accu niet op
De naald van de ampèremeter stijgt
boven de maximale graduatie, terwijl
de schakelaar op minimum staat.
De zekering brandt voortdurend door
Na een dag laden gaat het lampje
«laden voltooid» niet branden.
32
CA 150, 360
Oorzaken
Geen netspanning.
Probleem met de netspanning
Kortsluiting van de klemmen of
omgekeerde polariteit
De accu die u wilt opladen is defect.
Spanningsfout (12 - 24V)
Als gevolg van intensief gebruik is uw
apparaat overgeschakeld op ther-
mische beveiliging.
Zekering is doorgebrand
De klemmen maken geen goed
contact
Verkeerde laad-positie
Als gevolg van intensief gebruik is uw
apparaat overgeschakeld op ther-
mische beveiliging.
De accu is diep ontladen
Spanningsfout (12 -24 V)
Cellen van de accu zijn in kortsluiting
Polariteitsomwisseling
Opstarten van het voertuig
Verkeerde laad-positie
Te hoog stroomverbruik op de accu
Het apparaat laadt een 12V accu
terwijl het apparaat ingesteld staat
op 24V
De lader staat op handmatige modus
De accu is beschadigd
Het apparaat laadt een 24V accu
terwijl het ingesteld staat op 12V.
Oplossingen
Controleer of de voedingskabel goed
aangesloten is op een 230V 50/60Hz
aansluiting. Controleer het elektrische
netwerk.
Controleer uw netspanning
Controleer of de zekeringen niet
gesmolten zijn en of de stroomonder-
breker is ingedrukt.
Controleer de spanning op de polen
met behulp van een voltmeter. Als
deze spanning direct boven de 2,5V
per cel stijgt kan de accu gesulfa-
teerd of beschadigd zijn.
Controleer of de schakelaar op de
goede positie staat (12 of 24V)
Wacht een kwartier tot het toestel is
afgekoeld.
Vervang de zekering
Reinig de accupolen en de accuklem-
men. Controleer de staat van de
kabels en de klemmen.
Controleer de samenhang tussen de
laad-positie en de spanning van de
accu
Wacht een kwartier tot het toestel is
afgekoeld.
Blijven laden met de minimale
instelling.
Controleer of de schakelaar op de
goede positie staat (12 of 24V)
Accu beschadigd. Vervang de accu
Sluit de + klem aan de + pool van de
accu en de - klem op de - pool van
de accu
Start niet op wanneer de acculader
aangesloten is.
Controleer de samenhang tussen de
laad-positie en de spanning van de
accu
Neem geen stroom af van de accu
tijdens het laden
Zet de schakelaar op 12V positie.
Stel de automatische modus in
Vervang de accu.
Zet de schakelaar op de 24V positie.
NL