Verbrandingsmotor Starten; Verbrandingsmotor Uitschakelen; Werkgebied Van De Gebruiker; Onderhoud - Viking MB 2 R Manuel D'utilisation

Opstarten met warme
verbrandingsmotor:
Schade aan het apparaat
vermijden!
Bij een warme verbrandingsmotor
dient de primer niet meer ingedrukt
te worden.
Hou er wel rekening mee, dat bij
zeer koud weer de
verbrandingsmotor snel kan
afkoelen.
● Opstarten zoals met koude
verbrandingsmotor.
Enkel bij MB 2 R:
Het indrukken van de primer (1) valt
weg.
11.2 Verbrandingsmotor
uitschakelen
● De motorstopbeugel (1) loslaten.
De verbrandingsmotor en de maaimessen
komen binnen de 3 seconden tot stilstand.
11.3 Wielaandrijving (MB 2 RT)
Aanwijzing
Het model MB 2 RT heeft een
voorwielaandrijving.
1 Wielaandrijving inschakelen
● Verbrandingsmotor
starten. ( 11.1)
● Beugel wielaandrijving (1)
naar de duwstang trekken
en houden.
De wielaandrijving wordt geactiveerd en
de grasmaaier zet zich vooruit in
beweging.
76
2 Wielaandrijving uitschakelen
● Beugel wielaandrijving (1) loslaten.
De wielaandrijving wordt gedesactiveerd
en de grasmaaier blijft staan.
De verbrandingsmotor en het mes blijven
verder draaien.
11.4 Werkgebied van de
gebruiker
● Bij het starten en bij draaiende
verbrandingsmotor moet de gebruiker
zich om veiligheidsredenen altijd in het
werkgebied bevinden achter de
duwstang. Neem steeds de door de
duwstang bepaalde veiligheidsafstand
in acht.
● De grasmaaier mag uitsluitend door
10 één persoon bediend worden, derden
moeten zich buiten de gevarenzone
bevinden. ( 4.)

12. Onderhoud

Kans op letsel!
11
Voordat u aan onderhouds-- of
reinigingswerkzaamheden aan het
apparaat begint, dient u het
hoofdstuk ¨Voor uw veiligheid¨
( 4.), in het bijzonder de
paragraaf ¨Onderhoud en
reparaties¨ (
lezen en alle veiligheidsinstructies
op te volgen.
Voor alle onderhoud- en
reinigingswerkzaamhede
n het apparaat laten
afkoelen en de
bougiestekker eruit trekken!
Jaarlijks onderhoud door de
vakhandelaar:
De grasmaaier moet elk jaar door een
vakhandelaar worden geïnspecteerd.
VIKING beveelt u de VIKING
vakhandelaar aan.
12.1 Apparaat reinigen
Onderhoudsinterval:
16
Na ieder gebruik.
Apparaat in de reinigingsstand
plaatsen
● Snelspanners (1) openen en de
● Apparaat voor opheffen en zoals

12.2 Messenslijtage controleren

Onderhoudsinterval:
4.7), zorgvuldig te
Voor elk gebruik.
Gevaar op letsel!
De verbrandingsmotor
uitschakelen, apparaat laten
afkoelen en de bougiestekker
uittrekken.
Alvorens het apparaat in de
reinigingsstand te plaatsen dient
men de brandstoftank te ledigen
(leegrijden).
duwstang (2) naar achter kantelen.
afgebeeld in de reinigingsstand
plaatsen.
0478 111 9926 C - NL
12
13