Opstartprocedure (superchlorering)
Superchlorering wordt aanbevolen voor de ingebruikneming van het zwembad. Begin meteen met proper, correct
gechloreerd zwembadwater. De SC-75 zal in enkele uren een voldoende hoog chloorgehalte opbouwen voor ontsmetting.
Als de chloorbehoefte echter vanaf de ingebruikneming al hoog is, zal de SC-75 niet voldoende chloor kunnen aanmaken
om het vereiste chloorgehalte van het zwembadwater te bereiken. Daarom is het raadzaam om bij de ingebruikneming van
het zwembad te superchloreren met een externe bron. Wacht vervolgens om de SC-75 in te schakelen tot het chloorpeil
opnieuw tot 2,0 tot 4,0 ppm gedaald is.
Instellingen en aanpassingen ontsmettingsmiddelrendement
•
Zet de zwembadpomp aan met de schakelaar of de controller. De twee leds van de zoutdisplay knipperen (van beneden
naar boven) gedurende twee (2) minuten om aan te geven dat het zoutgehalte nog niet gecontroleerd is. Na twee (2) minuten
wordt het zoutgehalte gecontroleerd en wordt één (1) van de leds voor het zoutgehalte weergegeven. Bij een zoutgehalte
lager dan 2.600 ppm brandt de rode led "ZOUTGEHALTE TE LAAG" en dooft het lampje "CEL" uit, wat betekent dat er niet
voldoende zout in het zwembadwater is om chloor aan te maken.
•
Stel het ontsmettingsmiddelrendement in op "MED" door de knop MEER of MINDER in te drukken.
•
Controleer na 24 uur met een betrouwbare testmethode of het zwembadwater vrij chloor bevat. Het te handhaven
ideale bereik is 2,0-4,0 ppm. Als de concentratie vrij chloor in het water te laag is, verhoog dan de chloorproductie door de
knop MEER in te drukken. Als de concentratie vrij chloor in het water te hoog is, verlaag dan de chloorproductie door de
knop MINDER in te drukken.
•
Wegens de veranderlijke behoefte aan vrij chloor in het zwembadwater kan het enkele dagen duren voor u het dagelijks
aantal gebruiksuren van het zwembad en het correcte "Ontsmettingsmiddelrendement" hebt gevonden. Blijf indien nodig
de instelling aanpassen, met een interval van 24 uur tussen twee aanpassingen, tot de concentratie vrij chloor in het
zwembadwater gestabiliseerd is op 2,0 - 4,0 ppm, het bereik dat wordt aanbevolen door de APSP.
Gebruik in de winter
Bij watertemperaturen lager dan 12 °C wordt de SC-75 zoutchlorinator uitgeschakeld en produceert hij geen chloor. Deze
functie verlengt de levensduur van de SC-75. Zie "Overwintering"
Algemene aanbevelingen
•
Lees deze Installatie- en gebruikershandleiding en bewaar ze op een veilige plaats.
•
Verhoog indien nodig het ontsmettingsmiddelrendement na zware regenval (buitenzwembaden) en schakel vervolgens
opnieuw over op de normale instelling.
•
Verhoog het ontsmettingsmiddelrendement wanneer de lucht- en de watertemperatuur stijgen.
•
Verhoog het ontsmettingsmiddelrendement wanneer het aantal zwembadgebruikers toeneemt.
•
Gebruik cyanuurzuur ALLEEN wanneer dat nodig is om het chloorgehalte van het water in buitenzwembaden te stabiliseren.
OPMERKING: GEBRUIK GEEN CYANUURZUUR IN BINNENZWEMBADEN.
•
Breng maandelijks een monster van het zwembadwater naar een zwembadspecialist voor een volledige analyse.
Algemene veiligheidsvoorschriften
•
Zorg ervoor dat er geen meststoffen in uw zwembad kunnen belanden. Meststoffen bevatten nitraten, die de
chloorbehoefte fors doen stijgen.
•
Gebruik nooit droog zuur om de pH aan te passen in droge geografische gebieden waar veel verdamping en een minimale
verdunning met vers water plaatsvindt. Een ophoping van bijproducten kan de SC-75 beschadigen.
•
Voeg nooit chemische producten (inclusief zout) voor het uitbalanceren van het zwembadwater toe zolang de SC-75
ingeschakeld is.
•
Laat de cyanuurzuurconcentratie nooit onder 30 ppm dalen in buitenzwembaden.
OPMERKING: GEBRUIK GEEN CYANUURZUUR IN BINNENZWEMBADEN.
55