≥50cm
5
b nach
DIN 4124
≥70cm
Onderbouw
Steenslag 0/16 verdicht met Dpr ≥ 97%
Tankbedding
Zand verdicht met Dpr=97%
Tank
Conform statische berekening
Opvulling
Steenslag 0/16 verdicht met Dpr ≥ 97%
Bouwgrond
G1 of G 2 conform ATV-DVWK-A 127 of
G3 of G4 conform ATV-DVWK-A 127 verdicht
4.4 Tank plaatsen
De tank moet met behulp van een geschikte voorziening
zonder stoten in de bouwput geplaatst en op de bedding
neergezet worden (zie ook hoofdstuk „Transport").
Stroomrichting en stroomrichtingpijltjes op de tank in acht
nemen!
4.5 Tank vullen
Tank in beide kamers met helder water vullen (ca. 80 cm)
om een betere stabiliteit te bereiken.
4.6 Opvulling bouwput
Om vervormingen van de tank te voorkomen moet het vullen
van de tank en het opvullen van de bouwput parallel worden
uitgevoerd.
Het tankomhulsel moet met een breedte van minimaal 50
cm worden gemaakt. De afzonderlijke lagen moeten niet
groter dan 30 cm zijn. Zij moeten met lichte verdichtingsap-
paraten worden verdicht (minin. Dpr=97%). Een beschadi-
4. Inbouw en montage
6
4
3
2
1
Deklaag
ging van de tankwand en een verplaatsing van de tanks tij-
dens en na de inbouw moeten worden uitgesloten.
De automatische afsluiter blijft gedurende het gehele vul-
proces van de installatie gesloten.
4.7 Buizen leggen
U vindt een suggestie voor het leggen van de buisleidingen
helemaal op het eind van deze inbouwhandleiding. De toevo-
er- en afvoerleidingen, alsook verbindingsleidingen moeten
vorstvrij (zie 4.2) worden gelegd en aangesloten, van zodra
de bouwput tot aan de onderkant van de toevoer- en afvoer-
leiding opgevuld en gecomprimeerd is. De overgang van da-
lende leidingen in horizontale leidingen dient met twee 45°
bochtstukken en een minimum 250 mm lang tussenstuk te
worden uitgevoerd. Voor de InnoClean PLUStank dient er
een rusttraject te worden voorzien, waarvan de lengte mini-
mum overeenstemt met de 10-voudige nominale opening
van de buisleiding. Voor een goede toevoer, dient het inlaats-
tuk ter plaatse ca. 20 cm diep in de toevoeropening te worden
geschoven. Het uitlaatstuk kan middels een mofverbinding
worden aangebracht op het bestaande leidingwerk.
• Lege kabelbuis
Voor de leidingverbinding tussen besturingstoestel/com-
pressor en ventielblok/InnoClean PLUStank moet er een lege
kabelbuis (KG-buis van PVC-U in dimensie DN 100) gelegd
242
≥50cm
≥70cm
met Dpr ≥ 95%, waarbij er vervolgens voor
gezorgd moet worden dat voldoende afvoer
(drainage) van kwelwater ontstaat
Bij klasse E (SLW 60) plaat voor belastingver-
deling conform statica. Bij klasse E (PKW)
laag voor belastingverdeling
≥20cm
≥30cm
≥30cm
≥30cm
≥30cm
≥30cm
≥30cm
≥30cm
3-10cm