Minimum insteekdiepte van de
zadelpen
7.1 Zitpositie
Instelling van de stuurhoogte
Instelling van de stuurbeugel
Instelling van de voorbouwhel-
ling (onderkant)
!
WAARSCHUWING
Na elke verandering moeten de snelspanners
en schroefverbindingen weer zorgvuldig worden
aangetrokken. Bij het instellen op de minimum
insteekdiepte letten.
Openen / Sluiten van een
zadelklemschroef
Het zadel moet zo
gemonteerd worden
dat het zadeldek hori-
zontaal staat, de
zadelpunt enkele cm
achter een loodrechte
lijn naar het trapas-
midden ligt en de fiet-
ser met de hiel van
het uitgestrekte been
het pedaal aanraakt.
Het stuur van MTB's
en racefietsen moet
b.v. 5 tot 11 cm
lager worden ingesteld
als het zadeldek. De
afstand tussen stuur
en zadel beslist de
buiging van het boven-
lichaam tijdens het rij-
den. Ca. 45° is een
comfortabele waarde.
Een geringere buiging
geeft meer kracht,
vermoeit de rijder ech-
ter sterker.
Openen / Sluiten van de snel-
spanner zadelpen
7.2 Handremhendel
Instelling remkabel
Positie van de remvoering
t.o.v. de velg
Voorwielvelgrem systeem
V-Brake
!
OPGELET:
Handremhendels moeten makkelijk te bedienen
zijn en vast aan het stuur gemonteerd zijn. De
buiging in rijrichting is bij hydraulic-remmen
beperkt omdat ook het oliereservoir schuin
gezet wordt. De aangetrokken handremhendel
mag niet tegen het stuur liggen! Vraag uw ZEG
vakhandelaar!
Uitrichten zadel: helling en
afstand t.o.v. het stuur
Veilig remmen kan van
levensbelang zijn! Het
gebruik van de rem-
men moet daarom
steeds veilig en zon-
der problemen moge-
lijk zijn. Hiertoe moe-
ten de laatste vinger-
gewrichten het rem-
hendel veilig pakken.
Controleer daarom de
positie van de rem-
hendel mbt het stuur-
handvat, de buiging in
rijrichting en de hand-
greepwijdte. De sokkel
is met een klem aan
het stuur bevestigd,
de greepwijdte kan
met een stelschroef
worden veranderd. Bij
racefietsen optimeert
men de greepwijdte
door het verschuiven
van de sokkel op het
stuur.
23
D
NL
B
F