Télécharger Imprimer la page

ATIKA KS 1800/35-2 Notice Originale page 86

Publicité

De klauwenaanslag (14) als hendel gebruiken.
Nooit over schouderhoogte werken.
Nooit meerdere takken in één keer doorzagen. Bij het
ontlasten erop letten dat geen andere tak wordt geraakt.
Bij het inkorten naar mogelijkheid gebruik maken van een
zaagblok.
Steeksneden mogen slechts door geschoold personeel
worden uitgevoerd.
Algemeen gedrag bij het snoeien
Zaag nooit met één hand. Houdt de
kettingzaag steeds met beide handen vast, linker
hand aan de voorste handgreep (12) en rechter
hand aan de achterste handgreep (10).
Houdt de kettingzaag licht rechts van uw eigen lichaam.
Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele en uitgebalanceerde houding.
Bij het inschakelen moet de kettingzaag goed ondersteund
en vastgehouden worden. Ketting en geleiderail moeten vrij
staan.
Begin met het snijden pas, wanneer de zaagketting het vol
toerental heeft bereikt.
 Werk nooit
met gestrekte armen
aan moeilijk te bereiken plekken
boven schouderhoogte
op een ladder, een steiger of een boom staande.
 Bedien de kettingrem bij het opzoeken van een boom.
 Bij werkpauzes dient de kettingzaag zodanig te worden
beveiligd (afdekking van de geleiderail, kettingrem activeren)
en neergelegd dat niemand in gevaar wordt gebracht.
Kettingzaag beveiligen tegen onbevoegd gebruik.
 Werk nooit alleen. Houd voortdurend mondeling en visueel
contact met andere personen, zodat in geval van nood
onmiddellijk hulp kan worden geboden
 Stop meteen de motor bij dreigend gevaar of in geval van
nood.
 Laat de machine nooit zonder toezicht draaien.
 Beëindig de werkzaamheden direct, wanneer lichamelijk
ongemak optreedt (bv hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
enz.) – er staat een verhoogd gevaar voor ongelukken!
 Las tijdens het zagen pauzes in, zodat de motor kan
afkoelen.
 Zet de heet geworden kettingzaag niet in het droge gras of
op brandbare voorwerpen.
 Raak nooit met draaiende zaag draadafrasteringen of de
vloer.
 Let erop dat het hout vrij van vreemde voorwerpen (stenen,
nagels enz.) is.
Zaagtechnieken
Voorkom terugslag van de zaag door correcte geleiding
van de kettingzaag.
Houdt rekening met: "Oorzaken en vermijding van een
terugslag"
 Zorg ervoor dat zich het hout gedurende het zagen niet
verdraaid.
 Zaag gespinterd hout met voorzichtigheid. Er bestaat gevaar
van verwondingen door meegescheurde houten stukken.
86
Gebruik de klauwenaanslag (14) voor het fixeren van de
kettingzaag op het hout. Gebruik de klauwenaanslag
gedurende het zagen als hendel.
 Gebruik de kettingzaag niet voor het optillen of bewegen
van hout.
 Laat de kettingzaag werken, doordat u via de
klauwenaanslag een lichte druk veroorzaakt. Druk bij het
zagen niet met geweld.
 Zet bij het zagen van sterkere takken of stammen de
klauwenaanslag aan een dieper punt na. Voor het nazetten
maak de klauwenaanslag uit het hout los en zet hem
opnieuw dieper aan. Verwijder hierbij de zaag niet uit de
snede.
 Wees op het einde van een zaagsnede voorzichtig. Zodra
de zaag uit het hout komt, verandert zich de gewichtskracht.
Er bestaat gevaar voor ongelukken voor benen en voeten.
 Verwijder de kettingzaag slechts met draaiende zaagketting
uit de snede.
 Wanneer de zaagketting klem komt te zitten in het hout,
moet het toestel direct uitgeschakeld worden. Gebruik een
wig om de geleiderail weer vrij te krijgen.
 Leg de stam voor het zagen nooit op de aardbodem. De
stam zo steunen dat zich de snede niet sluit en de
zaagketting klemt. Gebruik een veilige steun (bv zaagbok).
Voorkom dat de zaagketting of het uiteinde van de
geleiderail de grond raakt.
 Richt kortere stammen vóór het zagen in en klem deze vast.
 Vermijdt het snijden van dun struikgewas of snijhout. De
kettingzaag is voor deze werkzaamheden niet geschikt.
 Voer langssneden met bijzondere zorgvuldigheid uit, omdat
de klauwenaanslag niet wordt toegepast. U voorkomt
zaagterugslag, door de zaag in een vlakke hoek te voeren.
Laat bij het ontdoen van asten van gevelde bomen de
grotere takken die de stam steunen, staan. Zaag kleinere
takken zoals afgebeeld af.
Takken die onder spanning staan, moeten van
onder naar boven worden gezaagd om te
voorkomen dat de zaag vast komt te zitten.
Bij het zagen op een helling moet de bediener op de
grond boven of opzij van de te vellen boom of het liggende
zaagsel blijven, omdat de stam na het vellen waarschijnlijk
naar beneden zal rollen of glijden.
 Om de volledige controle te behouden op het moment van
'doorzagen', vermindert u de contactdruk naar het einde van
de zaagsnede toe zonder de stevige greep op de
handgrepen van de kettingzaag los te laten. Zorg ervoor dat
de zaagketting de grond niet raakt. Wacht na het voltooien
van de zaagsnede tot de zaagketting tot stilstand gekomen
is voordat u de kettingzaag daar weghaalt. Zet de motor van
de kettingzaag altijd uit voordat u van boom naar boom
gaat.

Publicité

loading