Werkinstructies
Houdt u vóór werkbegin rekening met
de "Veiligheidsinstructies"
de volgende extra werkinstructies.
Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het
zagen de volgende controles uit. Houdt alstublieft in ieder
geval rekening met de overeenkomstige paragraven in de
gebruiksaanwijzing:
Vóór werkbegint
Werd de kettingzaag geheel en volgens de voorschriften
gemonteerd?
Is de kettingzaag in goede en veilige toestand?
Gebruik uitsluitend een geschikte combinatie van geleiderail
en zaagketting, zoals bij „Technische gegevens" is
beschreven.
Verkeerde
terugslaggevaar (kickback)!
Is de olietank (kettingsmering) gevuld?
Controleer het oliepeil regelmatig. Vul onmiddellijk
zaagkettingolie bij, zodat de zaagketting niet droog loopt.
Is de zaagketting correct gespannen?
Let op de punten in het gedeelte „Zaagketting spannen".
Is de zaagketting correct geslepen?
Gebruik slechts goed geslepen zaagkettingen, omdat stompe
zaagkettingen niet alleen het terugslaggevaar verhogen,
maar ook de motor belasten.
Is de kettingrem losgezet en werkt ze foutvrij?
Let op de punten in het gedeelte „Controleren van de
kettingrem".
Zijn de handgrepen schoon en droog – vrij van olie en
hars?
Draagt u de vereiste veiligheidsuitrusting?
Ga voor aanvang van de werkzaamheden na of:
zich in het werkbereik geen andere personen, kinderen of
dieren bevinden
u zonder hinder van obstakels kunt terugwijken
de grond vrij van alle vreemde voorwerpen, struikgewas
en takken is.
een veilige houding is aangenomen.
Houdt rekening met de omgevingsinvloeden:
Werk niet op sneeuw, ijs of vers geschilt hout –
slipgevaar.
Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij
mist, regen, sneeuwjacht of schemering). U kunt details
in het valbereik niet meer herkennen – gevaar voor
ongelukken.
Gebruik de kettingzaag niet in de nabijheid van
brandbare vloeistoffen of gassen - brandgevaar!
Heeft u alle instructies gelezen en begrepen?
Opmerkingen over boomverzorging en het kappen
van bomen
Let bij het kappen van bomen op de landspecifieke
voorschriften of de statuten voor boombescherming van de
steden of gemeenten.
Zachte vorm- en zorgsnoei en het kappen van bomen in de tuin
zijn het hele jaar door toegestaan.
combinaties
verhogen
Voor de bescherming van dieren en broedende
vogels zijn zorgsnoei en het kappen van bomen
echter verboden van 1 maart tot 30 september.
Wanneer is het juiste moment voor boomverzorging?
Let bij de zorgsnoei van bomen op het juiste tijdpunt, als u uw
bomen niet onnodig wilt beschadigen.
Aanbevelingen voor het snoeien:
Winteruitgang (januari - maart): Het verwijderen van de
takken in het fijntakbereik, bevordert een sterke vernieuwing
en is relatief besparend voor de bomen.
Lente tot de zomer (april-juni): In de groeifase wordt de
regeneratie van spruiten begunstigd door een gematigde
snoei.
Zorgsnoei (het afsnijden van dood hout) kan altijd worden
het
uitgevoerd.
Let ook op de weersomstandigheden:
De snoei in de lente moet niet bij mingraden worden
gedaan, de ontstaande sneden genezen erg slecht.
Bovendien breken de takken enigszins af bij temperaturen
onder het vriespunt. De juiste dag voor het snijden is
daarom een vorstvrije en droge dag.
Snijd ook niet bij te veel regen, het vocht bevordert de
aantasting van schimmels en ongedierte.
Of vraag een specialist die u het juiste moment voor
boomverzorging kan noemen en u tips kan geven.
Gedurende het werken
Terugslag van de zaag
Wat is zaagterugslag?
Zaagterugslag is het plotseling hoog- en terugslaan van de
draaiende kettingzaag in richting van de gebruiker.
Dit ontstaat, wanneer
het uiteinde van de geleiderail het zaaggoed (onop-zettelijk)
of andere vaste voorwerpen raakt.
de zaagketting aan de punt van het geleidingsrail klemt.
De kettingzaag reageert ongecontroleert en veroorzaakt vaak
zware verwondingen bij de gebruiker.
Hoe kan ik zaagterugslag vermijden?
Wees bij zijdelingse sneden, schuin- en langssneden
bijzonder voorzichtig, omdat hier de klauwenaanslag niet
wordt aangezet.
De kettingzaag altijd vast met beide handen houden.
Zaag voor een betere controle met de onderhkant van
het geleidingsrail. Zet de kettingzaag altijd zo vlak als
mogelijk aan.
Nooit met de punt van het geleidingsrail zagen.
Zagen met de bovenkant kan een terugslag van de
zaag verwekken, wanneer de zaagketting klemt of op een
vast voorwerp in het hout stoot.
Slecht met draaiende zaagketting de snede beginnen.
Werk alleen met correct gescherpte en gespannen
zaagketting.
85