ijderen: trek het mondstuk van het apparaat af.
3-in-1 accu-handstofzuiger
Zuigmondstukken
Aanbrengen: schuif een van de zuigmond-
stukken (16, 17) in de zuigopening (1)
(afbeelding C).
Verwijderen: trek het mondstuk van het
apparaat af.
Blaasmondstukken
Aanbrengen:
•
Schuif een van de Mondstukken (11, 14,
15) tot de aanslag in de luchtuitlaat (6)
(afbeelding D).
•
Lijn voor het grote blaasmondstuk
ook de haken op de luchtuitlaat en de
uitsparingen op het blaasmondstuk uit.
Draai vervolgens het blaasmondstuk
met de klok mee tot aan de aanslag.
Verwijderen:
•
Trek het mondstuk (11 of 14) van het
apparaat af.
•
Draai de grote blaasmond linksom en
trek hem van het apparaat af.
Vacuümmondstukken
Aanbrengen:
1. Verwijder de opopvangreservoir (2)
van het motorblok (5) (zie paragraaf
„ Opvangreservoir").
2. Schuif een van de mondstukken (11 of
14) tot aan de aanslag in de luchtin-
laat (4) (afbeelding E). Lijn de uitsparin-
gen op het mondstuk en de spijlen op
de luchtinlaat met elkaar uit.
Verwijderen: trek het mondstuk van het
apparaat af.
Borstelopzetstukken
Aanbrengen:
•
Schuif het platte borstelopzetstuk (12)
op het platte uiteinde van het voegen-
mondstuk (16).
•
Schuif het ronde borstelopzetstuk (13)
op het smalle uiteinde van het blaas-
mondstuk (15).
Verwijderen: trek het borstelopzetstuk van
het mondstuk af.
ACCU OPLADEN
Attentie!
■
Let erop dat niemand kan struikelen
over de oplaadkabel.
■
Laad niet op via een computer, aangezien
deze door de hoge laadstroom schade
zou kunnen oplopen.
■
Laad de accu vóór de eerste inge-
bruikname volledig op om de maxi-
male laadcapaciteit te bereiken. Als
de accu tijdens het gebruik volledig leeg
raakt, dan moet hij vóór de volgende
inzet weer volledig worden geladen.
Wanneer het apparaat niet ingeschakeld
kan worden, is de accu te zwak en moet
worden opgeladen:
1. Steek de oplaadkabel eerst in de laad-
bus (9) en sluit hem vervolgens aan op
een stroombron met USB-aansluiting (bij
voorkeur via een USB-netadapter op de
contactdoos).
Het laden begint en het controle-
lampje (8) brandt rood.
Zodra het controlelampje groen brandt,
is de accu volledig opgeladen.
2. Trek de oplaadkabel eerst uit de stroom-
bron en daarna uit de laadbus.
NL
29