De functiecontrole is met succes voltooid als de onder-
staande processen zoals beschreven werden uitgevoerd:
Het alarmniveau wordt geactiveerd, de alarmled (2) knip-
pert rood, er klinkt een waarschuwingssignaal en de
afvalwaterpomp begint het reservoir leeg te pompen.
Nadat het peil tot onder het alarmniveau is gedaald, gaat
de alarmled (2) uit en gaan de oranje leds (niveau (3)
en pompwerking (4 en 5 (duo)) branden tot het reservoir
door de afvalwaterpomp is geleegd.
Visuele controle:
wanneer de afvalwaterpomp niet meer draait, mag het
reservoir slechts met een paar centimeter water gevuld
zijn.
Schroef de onderhoudsopening van de installatie weer
vast.
De installatie is bedrijfsklaar.
112 / 148
Inbouw- en bedieningshandleiding
016-880