Gardena 3800 Silent Manuel D'utilisation page 82

Æ Stel de pomp niet bloot aan regen en gebruik de pomp niet in een natte of voch-
tige omgeving.
Æ Controleer de aansluitkabel regelmatig.
Æ Voer altijd een visuele inspectie van de pomp uit (met name de netkabel en de
netstekker) voordat u de pomp gebruikt.
Een beschadigde pomp mag niet worden gebruikt.
Æ Het is van essentieel belang dat de pomp door GARDENA Service wordt gecon-
troleerd als deze beschadigd is.
Elektrische aanpassingen mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalifi-
ceerde elektricien.
Æ Haal de stekker van de pomp uit het stopcontact voorafgaand aan vullen, verwij-
deren of onderhoud.
Æ Neem de waarschuwingen van de fabrikant van de generator in acht wanneer u
onze pompen met een generator gebruikt.
1.4.4. Kabels
Als er verlengkabels worden gebruikt, moeten ze voldoen aan de minimale dwars-
doorsnedes die vermeld zijn in de onderstaande tabel:
Spanning Kabellengte
230–240 V/50 Hz Maximaal 20 m
230–240 V/50 Hz 20–50 m
1.4.5. Aanvullende persoonlijke veiligheidswaarschuwingen
GEVAAR!
Gevaar van verstikking
Kleine onderdelen kunnen eenvoudig worden ingeslikt. Er bestaat ver-
stikkingsgevaar voor kleine kinderen door de polyzak.
Æ Houd kleine kinderen tijdens de installatie van het product uit de buurt.
GEVAAR!
Letselgevaar door heet water
Het verpompte water staat onder druk en kan letsel veroorzaken als
het direct in aanraking komt met het lichaam of de ogen.
Æ Trek de stekker van de pomp uit het stopcontact en laat het water
afkoelen.
Æ Open geen doppen of verbindingsstukken wanneer het water heet is.
Æ Controleer voordat u de pomp opnieuw start of de toevoer van het inlaatwater
correct is en vul de pomp volledig met water.
Als slangen of leidingen worden blootgesteld aan de zon, kunnen ze zeer heet
worden.
Æ Gebruik het product nooit met los haar.
Æ Sluit de pomp niet aan op de drinkwatertoevoer.
Æ Zorg ervoor dat het uiteinde van de aanzuigslang zich altijd in het transportmedi-
um bevindt om te voorkomen dat de pomp droogloopt.
Æ Vul de pomp tot aan de overloop (min. 2,2 l) met water voordat u de pomp elke
keer start.
Æ Zorg er bij het vullen van de pomp met water voor, dat er geen slangen of
verbruikers op de pomp zijn aangesloten en dat de pomp over het algemeen
horizontaal staat.
Æ Controleer of de kabels niet geknikt zijn.
Zand en andere abrasieve materialen veroorzaken snellere slijtage en verminderde
pompprestaties.
Æ Als water zand bevat, gebruik dan een pompvoorfilter.
Het pompen van vervuild water, bijvoorbeeld met stenen, dennennaalden etc.,
kan de pomp beschadigen.
Æ Pomp geen zwaar vervuild water.
2. WERKING
2.1 Werking van de hydrofoorpomp
Na het vullen zuigt de pompeenheid water aan van een diepte tot 8 m en
pompt dit in het reservoir. Dit slaat het water op, dat onder druk staat door
middel van een vooraf ingestelde luchtdruk en een afscheidend membraan.
De pompeenheid start wanneer het water wordt verwijderd en de beoogde
begindruk wordt bereikt (zie 8. Technische gegevens) en stopt het vul-
proces opnieuw wanneer de afsluitdruk is bereikt. Dit betekent dat kleine
hoeveelheden water op een energiezuinige manier uit de tank kunnen wor-
den gepompt. Bij hoge stroomsnelheden, zoals bij bewateren, zijn de druk-
schommelingen tussen de aan- en uit-druk echter duidelijk waarneembaar.
82
3. INSTALLATIE
Risico op letsel door onbedoeld opstarten.
Æ Haal de stekker van de aansluitkabel uit het stopcontact.
3.1 Installatieplaats
• Indien geïnstalleerd onder het waterniveau, moet een afsluitinrichting
worden geïnstalleerd om ongewenst waterverlies te voorkomen.
• De installatielocatie moet horizontaal, stevig en droog zijn en de hydro-
foorpomp stevig ondersteunen.
• Deze moet zich op ten minste 2 m afstand van open water bevinden.
• De hydrofoorpomp moet worden geïnstalleerd op een droge en over-
stromingsbestendige plek met voldoende ventilatie rondom de ventila-
Dwarsdoorsnede
tiesleuven.
1,5 mm²
• De pomp moet ten minste 5 cm van wanden verwijderd zijn.
2,5 mm²
• Er mag geen vuil (bijvoorbeeld zand of aarde) via het ventilatierooster
naar binnen worden gezogen.
3.1.1 De hydrofoorpomp installeren [afb. A6/A7/A8]
• De hydrofoorpomp kan op een stevig oppervlak worden vastge-
schroefd. Zie afb. A7 hieronder voor een schets van de afstand tus-
sen de gaten. Wij raden u aan om vier schroeven 7,5 x 45 (betonnen
schroef) of 8x 45 (houten schroef) te gebruiken om deze op de vloer te
installeren.
• Zorg ervoor dat het oppervlak geen last heeft van trillingen. Zeskant-
schroeven worden aanbevolen.
• Plaats de hydrofoorpomp zodanig dat u een opvangbak van de juiste
grootte voor het legen van de pomp onder de aftapschroef (15) kunt
plaatsen. Om te voorkomen dat er tijdens het legen water op de vloer
lekt en om de pompeenheid volledig te kunnen legen, moet het moge-
lijk zijn de hydrofoorpomp ca. 80° naar voren in de richting van de
aftapschroef (15) te kantelen.
• Plaats de hydrofoorpomp zodanig dat de netschakelaar eenvoudig
toegankelijk is.
• Installeer de hydrofoorpomp indien mogelijk hoger dan het oppervlak
van het water dat u wilt pompen. Als dit niet mogelijk is, installeert u
een vacuümbestendige afsluitklep tussen de pompeenheid en de aan-
zuigslang.
• Wanneer de hydrofoorpomp permanent binnenshuis wordt geïnstal-
leerd voor de huishoudelijke watervoorziening, mag de hydrofoorpomp
niet stevig worden aangesloten op starre leidingen, maar op het leiding-
netwerk aan de drukzijde via flexibele slangleidingen (bijv. gepantserde
slang) om het geluid te verminderen en schade aan de pompeenheid
door waterslag te voorkomen.
• Gebruik geschikte afsluitkleppen voor permanente installatie aan de
drukzijde. Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden of voor buitenbedrijfstelling.
Een 1:1 boorsjabloon [afb. A6] bevindt zich aan de achterkant van de
gebruiksaanwijzing (261 mm x 190 mm).
1. Boor het gatenpatroon van het 1:1 boorsjabloon [afb. A6] op het gese-
lecteerde (massieve) oppervlak (3).
2. Gebruik een schroevendraaier (max. 5 mm) en steek deze in de ope-
ning aan de zijkant (h) van een afdekking (1) [afb. A7].
3. Druk op de schroevendraaier om de bevestigingshaak los te maken
(2 haken per afdekking (1)).
4. Houd de bevestigingshaak ingedrukt en trek de zijafdekking (1) van
de voet van het drukvat. Gebruik dezelfde procedure voor de tweede
afdekking.
5. Schroef de hydrofoorpomp met de hand op het vaste oppervlak (2)
met vier zeskantschroeven (3) (niet meegeleverd) [afb. A8].
6. Duw de twee zijafdekkingen (1) terug op de voet van het drukvat totdat
de bevestigingshaken vastklikken.
3.2 De slang aansluiten op de aanzuigzijde
De aansluiting aan de aanzuigzijde (5) heeft een buitendraad van
33,3 mm (G 1").
Het verbindingsstuk aan de aanzuigzijde mag alleen met de hand worden
vastgedraaid [afb. A2].
Er moet een aanzuigslang met een terugslagklep worden gebruikt om sto-
ringen te voorkomen en ervoor te zorgen dat er korte tijd nodig is om het
vullen te hervatten.
GEVAAR!
Risico op letsel