Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
5.3
Bediening van de kookplaat
5.3.1 In- en uitschakelen
In- en uitschakelen van de kookplaat:
Inschakelen
Druk op
Bedieningspaneel licht op.
Uitschakelen
Druk op
In- en uitschakelen van een kookzone:
Instellen
Selecteer de zone via de zone selectie toets
Glij van links naar rechts over de "SLIDER"
(sliderbedieining vermogen).
Uitschakelen
Selecteer de zone via de zone selectie
toets.
Glij van rechts naar links over de
"SLIDER" tot de display
aangeeft.
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is
uitgevoerd, valt de elektronica terug op de wachtpositie.
5.3.2 Pandetectie
Deze kookplaat is uitgerust met een interactief
controlesysteem dat het gebruik van de kookplaat
nog vereenvoudigt.
Wanneer u een pan op de ingeschakelde kookplaat
plaatst, wordt deze automatisch gedetecteerd.
Bovendien krijgt u een indicatie
dient te gebruiken voor de desbetreffende zone. De
detectie van de pan verzekert een optimale veiligheid.
De inductiekookplaat werkt niet:
− Indien er geen pan op de kookzone staat of wanneer
de pan ongeschikt is voor inductie. In dit geval is
het onmogelijk het vermogen op te voeren en het
symbool
− De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het
koken de pan van de kookzone wordt genomen. Het
symbool
wanneer de kookpot terug op het kookvlak wordt
geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pandetectie
blijft dan niet actief.
en 2 sec blijven duwen.
. Bedieningspaneel dooft.
verschijnt op het display.
verschijnt op het display. De
of
= "hot"
0
H
– 12 –
Display
Display
welke slider u
0
verdwijnt
0‐9
0
H
Publicité
