Foutendiagnose - ASO Safety Solutions ISK 74-31 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

9.

Foutendiagnose

Bij een correcte bedrading en aanleggen van de voedingsspanning mag enkel de groene LED
branden. Wanneer één van de rode LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die zich met behulp
van de LED laat begrenzen.
LED
LED's
Voedingsspanning ontbreekt, te laag of
branden niet
fout aangesloten
enkele rode LED
Contactlijst(s) niet aangesloten, fout
brandt
aangesloten of defect
Een contactlijst-aansluiting wordt niet
gebruikt
beide rode
Overbrengingstraject is verstoord of fout
Transmit LED's
gemonteerd
branden
Contactlijst(s) niet aangesloten, fout
aangesloten of defect
*
Als de fout niet in de bedrading zit, kan de functie van de elektronica door bezetting van alle
SKL-ingangen aan de ISK 74-31 verwerkingselektronica (klemmen Stationary OPENING
resp. Closing) en aan de spoelkern SPK 12 (aansluitingen 3, 4 en 5, 6) met telkens één
8,2 kΩ weerstand gecontroleerd worden. Als de elektronica daarna correct werkt, moeten
de veiligheidscontactlijsten met een weerstandsmeettoestel gecontroleerd worden. Daarvoor
moet de respectievelijke verbinding van de SKL naar de verwerkingselektronica of naar de
spoelkern SPK 12 losgemaakt en met een weerstandsmeettoestel verbonden worden.
Bij onbediende veiligheidscontactlijst moet de weerstand 8,2 kΩ ± 200 Ω bedragen.
Als de veiligheidscontactlijst bediend is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden.
** Als de beide LED's voor de meebewegende SKL (Transmit Opening en Transmit Closing)
branden, is een fout in het inductieve overbrengingssysteem voorhanden. De meest voorkomende
oorzaken hiervoor zijn slechte verbindingen op de spoelkernen, niet correct geïnstalleerde
kabelsysteemcomponenten (zie montagehandleiding ISK-veiligheidsoverbrengingssysteem) of
een niet toegelaten lage voedingsspanning.
De kabellus mag een maximale weerstandswaarde van 3 Ω hebben. De weerstandswaarde kan
door loskomen van de staalkabel van de aardingsklem en daarna meten tussen staalkabeluiteinde
en aardingsklem bepaald worden.
Fout
Aansluitingen en voedingsspanning controleren:
- 24 V AC/DC aan klem 24V AC/DC of
- 230 V AC aan klemmen PE, L1 en N
Tolerantiebereik: ±10%
- Aansluitingen van de betreffende contactlijst
- Veiligheidscontactlijst(s) controleren*
Niet gebruikte contactlijst-aansluitingen permanent
met één van de meegeleverde 8,2 kΩ-weerstanden
overbruggen.
- Mech. montagehandleiding in acht nemen
- Overbrengingskernen op slijtage controleren
- Kabelcircuit controleren; hier moet erop gelet
- Contactpunten kabel / poortlichaam controleren
- Voedingsspanning controleren **
- Aansluitingen van de betreffende contactlijst
- Veiligheidscontactlijst(s) controleren*
Verhelping van de fout
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
(ISK veiligheidsoverbrengingssysteem)
worden, dat beide overbrengingskernen zich
binnen het kabelcircuit bevinden
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
55

Hide quick links:

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières