Foutendiagnose - ASO Safety Solutions ISK 71-24 Manuel D'utilisation

Relais de sécurité induction
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

11. Foutendiagnose

Bij een correcte bedrading en aansluiting van de voedingsspanning mag enkel de groene LED
branden. Wanneer ��n van de rode LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die met behulp
van de LED's kan worden opgespoord.
LED
LED's branden 
Voedingsspanning ontbreekt, te laag of 
niet
fout aangesloten
enkele rode LED 
Contactlijst(en) niet aangesloten, fout 
brandt
aangesloten of defect
Een contactlijst‑aansluiting wordt niet 
gebruikt
beide rode 
Overbrengingstraject is verstoord of fout 
Transmit LED's 
gemonteerd
branden
Contactlijst(en) niet aangesloten, fout 
aangesloten of defect
*
Als de fout niet in de bedrading zit, kan de functie van de elektronica door bezetting van alle
SKL‑ingangen aan de ISK 71‑24 analyse‑elektronica (klemmen 3, 10 en klemmen 3, 11) en aan
de meebewegende spoelkern (aansluitingen O en C) met telkens ��n 8,2 kW weerstand gecontro‑
leerd worden. Als de elektronica daarna correct werkt, moeten de veiligheidscontactlijsten met
een weerstandsmeettoestel gecontroleerd worden. Daarvoor moet de respectievelijke verbinding
van de SKL naar de analyse‑elektronica of naar de meebewegende spoelkern losgemaakt en
met een weerstandsmeettoestel verbonden worden.
Bij niet‑geactiveerde veiligheidscontactlijst moet de weerstand 8,2 kW ±500 W bedragen. Als de
veiligheidscontactlijst geactiveerd is, mag de weerstand 500 W niet overschrijden.
** Als de beide LED's voor de meebewegende SKL's (Transmit Opening en Transmit Closing)
branden, is een fout in het inductieve overbrengingssysteem voorhanden. De meest voorkomende
oorzaken hiervoor zijn slechte verbindingen op de spoelkernen, niet correct geïnstalleerde
kabelsysteemcomponenten (zie montagehandleiding ISK‑veiligheidsoverbrengingssysteem) of
een ontoelaatbaar lage voedingsspanning.
De kabellus mag een maximale weerstandswaarde van 3 W hebben. De weerstandswaarde kan
door losmaken van de staalkabel van de aardingsklem en daarna meten tussen staalkabeluiteinde
en aardingsklem bepaald worden.
Fout
Aansluitingen en voedingsspanning controleren:
‑ 24 V  A C/DC op klemmen 8 9
Tolerantiebereik: ±10 %
‑ Aansluitingen van de betreffende contactlijst 
‑ Veiligheidscontactlijst(en) controleren* 
Niet gebruikte contactlijst‑aansluitingen permanent 
met één van de meegeleverde 8,2 kΩ-weerstanden
overbruggen.
‑ Mech. montagehandleiding in acht nemen 
‑ Overbrengingskernen op slijtage controleren. 
‑ Kabelcircuit controleren; hier moet erop gelet wor‑
‑ Contactpunten kabel / poortlichaam controleren.
‑ Voedingsspanning controleren**
‑ Aansluitingen van de betreffende contactlijst 
‑ Veiligheidscontactlijst(en) controleren* 
Verhelping van de fout
controleren (beschadigde toevoerleidingen, 
brokkelige toevoerleidingen etc.)
(ISK veiligheidsoverbrengingssysteem)
den, dat beide overbrengingskernen zich binnen 
het kabelcircuit bevinden
controleren (beschadigde toevoerleidingen, 
brokkelige toevoerleidingen etc.)
49

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Isk 71-94

Table des Matières