ASO Safety Solutions ISK 74-31 Mode D'emploi page 51

- De PVC-ommanteling ca. 1 cm van het staalkabeluiteinde ontmantelen, het blanke staalkabeluiteinde
in de aardingsklem inbrengen en vastklemmen.
- Bouwhoogte van de vaste spoelkern SPK 51.2 (2) aan de inbouwhoogte aanpassen.
(Schroeven niet aantrekken!)
- De positie van de vaste spoelkern SPK 51.2 zo kiezen, dat de poortbeweging niet beïnvloed
wordt. Op deze plaats de bodembevestigingshoek (2a) op de grond bevestigen. Daarbij moet de
bevestigingshoek loodrecht en centraal in het looprollenprofiel staan.
- Stel de precieze hoogte zo in, dat noch de staalkabel naar beneden wordt getrokken, noch de
kern tegen het looprollenprofiel wrijft. Wanneer een correcte uitvoering van de staalkabel door de
spoelkern gegarandeerd is, moeten de schroeven voor de hoogte-instelling vast aangetrokken
worden.
- De externe elektronica SPE 3 (7) op het meebewegende poortlichaam monteren. Het looprollenprofiel
zodanig in dit bereik boren, dat de kabel van de spoelkern SPK 52.2 naar buiten naar de SPE 3 kan
worden geleid. De aansluitkabel wordt in de SPE 3 aan de klemmen 1 en 2 aangesloten.
- De meebewegende spoelkern SPK52.2 wordt met de klemmen 1 en 2 van de meebewegende
verwerkingselektronica SPE 3 verbonden. De meebewegende lijsten worden met de
meebewegende verwerkingselektronica SPE 3 verbonden. Daartoe wordt de meebewegende
veiligheidscontactlijst TOE (SKL 1) met de klemmen 5 en 6 van de meebewegende elektronica
SPE 3 verbonden en de optionele veiligheidscontactlijst OPEN (SKL 4) met de klemmen 3 en 4.
Als geen veiligheidscontactlijst OPEN wordt gebruikt, worden de contacten 3 en 4 met de
meegeleverde weerstand 8,2k Ohm overbrugd.
Systeem details:
51