De buismotoren van de types Rxx/17PRF+ zijn uitsluitend voor het bedrijf van rolluiken bestemd. De buismotor ondersteunt behalve de pantser-
ophanging door veren ook mechanische hoogschuifzekeringen (bv Zurfluhr-Feller, Simu, GAH Alberts of Deprat). Deze worden automatisch
herkend.
Een ander of uitgebreider gebruik geldt als onreglementair.
Indien de besturingen en motoren voor andere dan de boven genoemde doeleinden worden gebruikt of veranderingen aan de toestellen worden
uitgevoerd, die de veiligheid van de installatie beïnvloeden, dan is de fabrikant of aanbieder niet verantwoordelijk voor hieruit voortvloeiend
lichamelijk letsel of materiële schade en ook niet voor mogelijke gevolgschade.
Voor de werking of reparatie van de installatie dient er rekening te worden gehouden met de gegevens in de gebruiksaanwijzing. Bij ondeskundig
handelen is de fabrikant of aanbieder niet verantwoordelijk voor hieruit voortvloeiend lichamelijk letsel of materiële schade en ook niet voor
mogelijke gevolgschade.
Omhoogschuifbeveiligingen in vorm van steekaszekeringen die in plaats van een veer tussen wikkelas en rolluikpantser worden gemonteerd,
herkent de buismotor bij de installatie automatisch.
Attentie
Omhoogschuifbeveiligingen uitsluitend bij voldoende stijve rolluiklamellen uit aluminium, staal of hout gebruiken. Het pant-
ser mag in gesloten positie niet boven de zijgeleiding uitsteken, omdat anders het gevaar bestaat, dat het gewricht van de
beide bovenste lamellen te sterk wordt belast en beschadigd.
Het rolluikpantser moet vóór bereiken van de onderste eindpositie ten minste 1,5 omdraaiingen worden afgewikkeld. Dit is in de regel het geval,
wanneer de raamhoogte het 5-voudige van de effectieve asdoorsnede te boven gaat.
Voorbeeld:
60er 8-kant as met Zurfluh-Feller omhoogschuifbeveiliging:
effectieve asdoorsnede: 9 cm => minimale raamhoogte > 45 cm
M
M
L
X
Reglementaire toepassing
Montage en ingebruikname
Montage van de buismotor
Aanwijzing
De monteur moet zich vooraf van de vereiste stevigheid van het metsel-
werk resp. de rolluikkast (draaimoment van de motor plus gewicht van
het rolluik) overtuigen.
Voorzichtig
Deze motoren kunnen niet met gebruikelijke schakelelementen (schake-
laars, klokken of dergelijke) worden bediend.
Als het rolluikpantser tegen de bovenste aanslag dient te lopen, dient er
rekening te worden gehouden met het volgende: het rolluikpantser
moet door stoppers of een hoekeindlijst tegen het binnentrekken in de
rolluikkast zijn gezekerd. Bij voorbouwelementen adviseren wij verdekte
aanslagen in de zijgeleiding.
G
1. Bepaal de zijdelings benodigde ruimte (M) van het kopstuk, het druklager en het
motorlager, om de benodigde lengte van de hoekas te berekenen. De binnenmaat
van de rolluikkast (X) min de totale lengte van muurlager, kopstuk (M) en druklager
(G) levert de lengte (L) op van de wikkelas: L=X-(G+M).
Meet de afstand van wandlager en aansluitkop zelf uit, omdat deze al naar combina-
tie van motor en lager kan variëren.
2. Bevestig dan wand- en tegenlager
Attentie
Bij gebruik van omhoogschuifbeveiligingen moeten gesloten lager-
plekken worden ingezet. De buismotor drukt het pantser bij gesloten
rolluik naar beneden om een onder het rolluik grijpen resp. omhoog-
schuiven te bemoeilijken. Maak uitsluitend gebruik van stabiele pant-
sers, bijvoorbeeld uit aluminium, staal of hout. Om een beschadiging
van de pantser te voorkomen, moet de pantser op de gehele hoogte in
zijgeleiding lopen.
42
Gebruiksaanwijzing