4. Knijp gedurende enkele seconden de trekker
verwijderen.
5. Schakel het apparaat in
Reiniging
WAARSCHUWING
Let op voor de terugslag bij het knijpen in de trekker.
LET OP
Wanneer u tijdelijk stopt:
• schakel het apparaat uit;
• sluit de externe wateraansluiting;
• haal de stekker eruit.
1. Houd het spuitpistool
2. Richt het spuitpistool op het te reinigen voorwerp.
3. Knijp de trekker
Reinigen met de vloerreiniger
1. Houd het spuitpistool
2. Plaats de vloerreiniger
3. Knijp de trekker
Veranderen van spuithoek
LET OP
De spuithoek kan alleen worden gewijzigd bij de verstelbare spuitmond. De
turbospuitmond en vloerreiniger hebben een vaste spuithoek.
18
(Figuur
3, pos. 11).
(Figuur
4, pos. 1) met beide handen vast.
(Figuur
5, pos. 2) in en begin met reinigen.
(Figuur
4, pos. 1) met beide handen vast.
(Figuur
4, pos. 5) op het te reinigen oppervlak.
(Figuur
5, pos. 2) in en begin met reinigen.
(Figuur
5, pos. 2) in om de lucht uit de slang te