Omgang met gasessen
Zorg ervoor dat het gebruik en de opslag van gas
essen in ruimten plaatsvindt die voldoende be en
ontlucht worden. Een ondichte gases kan een verla
ging van de zuurstonhoud in de in te ademen lucht
veroorzaken en er kan daardoor verstikkingsgevaar
optreden. Controleer voor het gebruik dat de gases
gas bevat dat voor de uit te voeren werkzaamheden
is bestemd.
Gasessen moeten altijd rechtop staand en aan een
muur o in een speciaal gebouwde gasessenwa
gen vastgezet worden. Een beschermgases met
geplaatste instelinrichting voor de gasstroom mag niet
bewogen worden. Het gasesventiel dient tijdens het
transport agedekt te zijn. Sluit het gasesventiel na
ieder gebruik a.
Aanwijzingen voor het opstellen en gebruik
van een vlambooglassysteem om eventuele
storingsemissies te voorkomen:
Als fabrikant adviseren wij om de hierna ver-
melde beoordelingen en maatregelen door een
elektricien te laten uitvoeren.
Algemeen
De gebruiker is verantwoordelijk voor het opstel-
len en gebruiken van het vlambooglassysteem
of het lasapparaat conform de aanwijzingen van
de fabrikant. Als elektromagnetische storingen
worden vastgesteld, is de gebruiker van het
vlambooglassysteem/-snijapparaatsysteem
ervoor verantwoordelijk om een oplossing te
zoeken met technische ondersteuning van de
fabrikant. In sommige gevallen kan deze maatre-
gel simpelweg het aarden van de lasstroomkring
zijn (zie opmerking). In andere gevallen moet de
volledige elektromagnetische afscherming van
de lasstroombron/snijstroombron en het werk-
stuk, in combinatie met ingangslters, worden
uitgevoerd. In alle gevallen moeten elektromag-
netische invloeden zover worden verlaagd, dat
ze niet meer storend zijn.
Opmerking
Het uitvoeren van de aarding van de lasstroom-
kring hangt af van de plaatselijke veiligheids-
voorschriften. Een verandering van de aarding
om de elektromagnetische verdraagzaamheid te
verbeteren kan het ongevallenrisico of het risico
van beschadiging van systemen verhogen
Beoordeling van de omgeving
Voor het opstellen van het vlambooglassysteem
en/of het -snijapparaat moet de gebruiker
mogelijke elektromagnetische problemen in de
omgeving beoordelen.
Daarbij moet rekening worden gehouden met
het volgende:
a) andere netleidingen, stuurleidingen, signaal-
en telecommunicatieleidingen boven, onder
en naast het vlambooglassysteem en/of het
-snijapparaat;
b) geluids- en tv-/radiozenders en -ontvangers;
c) computers en andere besturingssystemen;
d) veiligheidssystemen, bijv. bescherming voor
commerciële systemen;
e) de gezondheid van personen in de omgeving,
bijvoorbeeld bij het gebruik van pacemakers en
hoortoestellen;
f) systemen voor kalibreren of meten;
g) de storingsbestendigheid van andere sys-
temen in de omgeving. De gebruiker moet er
zeker van zijn, dat
andere systemen die in de omgeving worden
gebruikt hiervoor geschikt zijn. Daardoor
kunnen aanvullende beschermingsmaatregelen
noodzakelijk zijn;
h) het tijdstip waarop het lassen, snijden of
andere werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd.
De omvang van de te beoordelen omgeving
hangt af van het type gebouw en andere werk-
zaamheden die hierin worden uitgevoerd. De
omgeving kan verder gaan dan de perceelgrens
Beoordeling van lasinstallatie / snijappa-
raat
Naast de beoordeling van de omgeving kan een
beoordeling van vlambooglasinstallaties/-snijap-
paraten worden uitgevoerd, om gevallen van in-
terferentie te beoordelen en te verhelpen. Voor
een beoordeling van storingsemissies moeten
ter plaatse metingen worden uitgevoerd zoals
vastgelegd in paragraa 10 van CISPR 11:2009.
Metingen ter plaatse kunnen ook worden uitge-
voerd om de efectiviteit van minimaliserings-
maatregelen te bevestigen.
Aanwijzingen voor minimaliseringsmaat-
regelen:
Openbaar stroomnet
Lassystemen/snijapparaten moeten conform
de aanbevelingen van de fabrikant op het
openbare stroomnet worden aangesloten. Als
verslechteringen optreden, kan het nodig zijn
om aanvullende voorzorgsmaatregelen uit te
voeren, zoals lters voor de netaansluiting. Er
moet worden overwogen om de netvoedingslei-
ding van vast geïnstalleerde lassystemen/snij-
apparaten door een metalen buis of dergelijke
af te schermen. De afscherming moet over de
gehele lengte elektrisch verbonden zijn. De af-
scherming moet zodanig op de lasstroombron/
snijapparaatbron worden aangesloten, dat een
goed elektrisch contact tussen de ommanteling
en de behuizing van de lasstroombron/snijap-
NEDERLANDS
53