nl
150
Als de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de vakhan-
del of de dichtstbijzijnde Wilo-servicedienst of -vertegenwoordiging.
Storingen
Oorzaken
Pomp geblokkeerd.
Fout gemonteerde mechani-
sche afdichting.
De kabelklem zit los.
Elektrische zekering defect.
Motor defect.
De pomp start niet of
valt uit.
De motorbeveiligingsscha-
kelaar is geactiveerd.
Motorbeveiligingsschakelaar
onjuist ingesteld
Motorbeveiligingsschakelaar
door te hoge omgevings-
temperatuur beïnvloed
Het schakelapparaat PTC-
thermistor is geactiveerd.
Verkeerde draairichting.
De afsluitkraan aan de pers-
zijde is gesmoord.
De pomp draait met la-
Toerental te laag
ger vermogen.
Lucht in zuigleiding
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Atmos GIGA-I/-D/-B • Ed.01/2023-08
Oplossing
Schakel de motor spanningsvrij.
Verwijder de oorzaak van de
blokkering. Bij geblokkeerde
motor: motor/insteekset revise-
ren/vervangen.
Mechanische afdichting demon-
teren, defecte onderdelen ver-
vangen, mechanische afdichting
volgens de handleiding monte-
ren.
Controleer alle kabelverbindin-
gen.
Controleer de zekeringen, ver-
vang defecte zekeringen.
Laat de motor door de Wilo-ser-
vicedienst of een vakhandel
controleren. Laat de pomp, in-
dien nodig, repareren.
Stel de pomp aan de perszijde op
het nominale debiet in (zie type-
plaatje).
Stel de motorbeveiligingsscha-
kelaar in op de juiste nominale
stroom (zie typeplaatje).
Verplaats de motorbeveiligings-
schakelaar of bescherm deze
door warmte-isolatie.
Controleer de motor en ventila-
torkap op verontreinigingen en
reinig deze indien nodig.
Controleer de omgevingstempe-
ratuur en stel, indien nodig, door
gedwongen ventilatie een om-
gevingstemperatuur van ≤ 40 °C
in.
Controleer de draairichting en
wijzig deze indien nodig.
Open de afsluitkraan langzaam.
Onjuiste klemverbinding (Y in
plaats van ∆).
Verhelp lekkages op de flenzen.
Ontlucht de pomp. Vervang de
mechanische afdichting bij
zichtbare lekkage.