nl
Fig. 13: Gemonteerde koppelingsbeveili-
gingsplaat
10
Onderhoud
144
Het in- en uitschakelen van de pomp kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Dat
is afhankelijk van de verschillende bedrijfsomstandigheden en de mate van automatisering
van de installatie. Let daarbij op het volgende:
Stopprocedure:
•
Retour van de pomp vermijden.
•
Niet te lang met een te klein debiet werken.
Startprocedure:
•
Zorg ervoor dat de pomp volledig is gevuld.
3
•
Niet te lang met een te klein debiet werken.
•
Grotere pompen hebben voor een storingsvrij bedrijf een minimaal debiet nodig.
•
Bedrijf tegen een gesloten afsluiter kan tot oververhitting in de centrifugale kamer of tot
beschadiging van de asafdichting leiden.
•
Een continue toestroom naar de pomp met een voldoende grote NPSH-waarde waarbor-
gen.
•
Vermijden dat de motor door een te zwakke tegendruk overbelast raakt.
•
Om een sterke temperatuurstijging in de motor en overmatige belasting van de pomp, de
koppeling, de motor, de afdichtingen en de lagers te vermijden, mogen er niet meer dan
10 inschakelingen per uur plaatsvinden.
•
Onderhoudswerkzaamheden: De vakman moet vertrouwd zijn in de omgang met de ge-
bruikte bedrijfsstoffen en met het afvoeren van deze stoffen.
•
Werkzaamheden aan de elektrische installatie: Een elektromonteur moet werkzaamhe-
den aan de elektrische installatie uitvoeren.
•
Installatie-/demontagewerkzaamheden: De monteur moet een opleiding hebben ge-
volgd voor de omgang met de noodzakelijke gereedschappen en bevestigingsmateria-
len.
Het wordt aanbevolen om de pomp door de Wilo-servicedienst te laten onderhouden en
controleren.
WAARSCHUWING
Er bestaat gevaar voor brand- of vrieswonden bij het aanraken
van de pomp/installatie.
Afhankelijk van de bedrijfstoestand van de pomp en installatie (tempera-
tuur van het medium) kan de gehele pomp zeer heet of zeer koud wor-
den.
• Tijdens het bedrijf afstand houden!
• Laat de installatie en de pomp afkoelen tot ruimtetemperatuur!
• Bij werkzaamheden altijd veiligheidskleding, veiligheidshandschoenen
en veiligheidsbril dragen.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties
kan overlijden door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Laat werkzaamheden aan elektrische apparaten altijd door een elek-
tromonteur uitvoeren.
• Voor alle werkzaamheden de spanning van het aggregaat halen en
beveiligen tegen opnieuw inschakelen.
• Beschadigingen aan de aansluitkabel van de pomp enkel door elektri-
cien laten verhelpen.
• Neem de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de pomp, niveau-
regeling en het overig toebehoren in acht.
• Por nooit in de openingen van de motor en steek er niets in.
• Monteer na afsluiting van de werkzaamheden eerder gedemonteerde
beveiligingsinrichtingen weer, bijvoorbeeld klemmenkastafdekking of
koppelingsbeveiligingen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Atmos GIGA-I/-D/-B • Ed.01/2023-08