nl
10.2.2
Motor vervangen
148
19. Mechanische afdichting voorzichtig verticaal in de zitting duwen. Beschadigingen van
de mechanische afdichting door kanteling vermijden (Fig. XXI).
20. Alle vier de afdekschroeven (Fig. XXII, pos. 1) indraaien en met het voorgeschreven
draaimoment aanhalen.
21. De vier inbusschroeven (vergrendelingspennen, Fig. XXII, pos. 2) na elkaar volledig in-
draaien en aanhalen.
22. Koppelingsbeveiligingsplaten monteren (Fig. XXIII).
23. Klem de motorkabel vast.
Hardere lagergeluiden en ongebruikelijke vibraties duiden op slijtage van het lager. De la-
gers of motor moeten dan worden vervangen. Laat de aandrijving uitsluitend door de Wilo-
servicedienst vervangen!
Demontage: Fig. XXIV ... XXVII
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
Bij hoge mediumtemperaturen en systeemdruk de pomp eerst laten af-
koelen en de installatie drukloos maken.
WAARSCHUWING
Risico op persoonlijk letsel!
Ondeskundige demontage van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel.
• Voor de demontage van de motor ervoor zorgen dat het zwaartepunt
zich niet boven het steunpunt bevindt.
• Motor tijdens het transport tegen kantelen borgen.
• Gebruik altijd geschikte hijsmiddelen en borg de onderdelen tegen
vallen.
• Ga nooit onder zwevende lasten staan.
1.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen onbevoegd herinschakelen.
2.
Spanningvrijheid controleren.
3.
Werkbereik aarden en kortsluiten.
4.
Afsluiters voor en achter de pomp sluiten.
5.
Maak de pomp door het openen van het ontluchtingsventiel (Fig. XXIX/XXX/XXXII,
pos. 1.31) drukloos.
6.
Verwijder de aansluitleidingen van de motor.
7.
Demonteer de koppelingsbeveiligingsplaten (Fig. I, pos. 1) met geschikt gereedschap
(bijvoorbeeld een schroevendraaier).
8.
Mechanische afdichting uit de zitting duwen en de koppeling demonteren (zie "De-
montage" in hoofdstuk "Mechanische afdichting vervangen" en Fig. I ... VIII).
9.
Motorbevestigingsschroeven (Fig. XXV, pos. 1) op de motorflens losdraaien en de aan-
drijving met een geschikt hijswerktuig van de pomp tillen (Fig. XXVII).
10. Monteer de nieuwe motor met een geschikt hijswerktuig en schroef de verbinding lan-
taarnstuk-motor vast (Fig. XXVIII).
LET OP
Let bij alle volgende werkzaamheden op het voor het desbetreffende
schroefdraadtype voorgeschreven aandraaimoment (tabel "Aandraaimo-
menten")!
11. Controleer de koppelingspasvlakken en aspasvlakken; indien nodig reinigen.
12. Koppeling monteren en mechanische afdichting bevestigen (zie "Montage" in hoofd-
stuk "Mechanische afdichting vervangen" en Fig. XII ... XXI).
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Atmos GIGA-I/-D/-B • Ed.01/2023-08