nl
D
C
E
Fig. 8: Voorbeeld voor een fundament-draad-
aansluiting
Aansluiting van de leidingen
136
min. 5 mm
min. 5 mm
min. 5 mm
LET OP
Bij het opvoeren uit een open reservoir (bijv. een koeltoren) moet altijd
voor voldoende vloeistof boven de zuigaansluiting van de pomp worden
gezorgd. Op die manier kan de pomp niet drooglopen. De minimumtoe-
voerdruk moet worden aangehouden.
LET OP
Bij installaties die geïsoleerd worden, mag alleen het pomphuis worden ge-
ïsoleerd. Isoleer nooit het lantaarnstuk en de motor.
Voorbeeld voor een fundament-draadaansluiting
•
Het complete aggregaat bij het opstellen op het fundament met behulp van een waterpas
A B
(op as/drukstuk) uitrichten.
•
Onderlegplaten (B) steeds links en rechts dichtbij het bevestigingsmateriaal (bijv. steen-
schroeven (A)) tussen grondplaat (E) en fundament (D) aanbrengen.
•
Bevestigingsmateriaal gelijkmatig en strak vastdraaien.
•
Bij afstanden > 0,75 m de grondplaat centraal tussen de bevestigingselementen onder-
steunen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering!
De pomp mag nooit als vast punt voor de leiding worden gebruikt.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Atmos GIGA-I/-D/-B • Ed.01/2023-08
Motor ondersteund
Pomphuis ondersteund, motor op funda-
ment bevestigd
Pomphuis en motor ondersteund