2.3
Elektrische werkzaam-
heden
2.4
Transport
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Atmos GIGA-I/-D/-B • Ed.01/2023-08
in opdracht van de gebruiker door de fabrikant van het product
worden uitgevoerd.
•
Laat werkzaamheden aan de elektrische installatie door een
elektromonteur uitvoeren.
•
Houd u aan de nationaal geldende richtlijnen, normen en voor-
schriften alsmede aan de vereisten van het lokale energiebedrijf
voor wat betreft de aansluiting op het lokale elektriciteitsnet.
•
Voor aanvang van alle werkzaamheden moet het product van
het elektriciteitsnet worden losgekoppeld en tegen herinscha-
kelen worden beveiligd.
•
Het personeel moet worden geïnstrueerd over de uitvoering
van de elektrische aansluiting en over de uitschakelmogelijkhe-
den van het product.
•
Beveilig de elektrische aansluiting met een lekstroom-veilig-
heidsschakelaar (RCD).
•
De technische voorschriften, zoals vermeld in deze inbouw- en
bedieningsvoorschriften en op het typeplaatje, moeten worden
opgevolgd.
•
Aard het product.
•
Als het product op elektrische schakelinstallaties wordt aange-
sloten, moeten de voorschriften van de fabrikant worden opge-
volgd.
•
Laat defecte aansluitkabels direct door een elektromonteur
vervangen.
•
Nooit bedieningselementen verwijderen.
•
Wanneer er elektronische aanloopbesturingen (bijv. soft starter
of frequentieomvormer) worden gebruikt, dan moeten de voor-
schriften voor elektromagnetische compatibiliteit in acht wor-
den genomen. Indien noodzakelijk moet rekening worden ge-
houden met speciale maatregelen (afgeschermde kabels, filters
enz.).
•
Draag een beschermingsuitrusting:
Veiligheidshandschoenen tegen snijwonden
–
Veiligheidsschoenen
–
Gesloten veiligheidsbril
–
Veiligheidshelm (bij toepassing van hijsmiddelen)
–
•
Gebruik uitsluitend wettelijk voorgeschreven en goedgekeurde
bevestigingsmiddelen.
•
Selecteer het juiste bevestigingsmiddel op basis van de heer-
sende omstandigheden (weersomstandigheden, bevestigings-
punt, belasting enz.).
•
Bevestig de bevestigingsmiddelen altijd aan de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten (bijv. hijsogen).
•
Plaats het hijsmiddel zo dat gegarandeerd is dat dit stevig staat
tijdens het gebruik.
nl
121