3.3
Aan- en afvoer monteren
Voorbereiding
Gevaar voor functiestoringen door op de niveausensor afgezette
zwevende en vaste stoffen.
Als de toevoer bij aansluitstomp <26B > of <26C> moet
plaatshebben, moet de desbetreffende aansluitstomp worden
afgezaagd bij de aangebrachte snijrand.
Indien de aanvoer van de systeemtank via de posities <26C>
plaatsvindt, moet de niveausensor <27> met het toegangsdeksel
van de onderhoudsopening <30> worden vervangen. Daarvoor
moet als volg te werk worden gegaan
•
Telkens de 4 bevestigingsbouten <1> uitdraaien en de
beide componenten dienovereenkomstig aanpassen. De
zwenkbeveiliging <2> in de juiste stand positioneren
De aanvoer kan op diverse plaatsen op de systeemtank worden aangesloten:
24
DN 80
26A
DN 50 of DN 100
26B
DN 100
26C
DN 100
26D
Aanbooroppervlak, maximaal DN 100. Waarborgen dat
het teruggestuwde vuilwater niet in de aanvoerleiding kan
komen
Aanvoer monteren
•
Eventueel de niveauaanduiding op een andere plaats monteren
•
De aanvoer op de systeemtank aansluiten
Uitgang monteren
•
Persleiding op de aansluiting <24> aansluiten.
All manuals and user guides at all-guides.com
Montage
132 / 180
2
Ill. [103]
24
30
26A
26C
26D
Ill. [104]
27
1
30
26C
27
26B
2019/12