12. Controleren van de functies van het model
a) Controleren van de roerfuncties
Stel eerst de zender en vervolgens het model in werking.
Belangrijk!
Bedien de vrijgeeftoets voor de motorfunctie nog niet (zie afbeelding 7a, pos. 6)!
Neutrale stand
Wanneer de stuurknuppel voor het richtings- en hoogteroer (zie afbeelding 2, pos. 4) en de daarbij horende trimschui-
ver (zie afbeelding 2, pos. 3 en 5) zich in de middelste stand bevindt, moet ook het richtingsroer (zie afbeelding 18,
pos. 1) en het hoogteroer (zie afbeelding 18, pos. 2) precies in de middelste stand worden afgesteld.
Eventueel kan door verdraaien van de betrokken vorkkop de lengte van de stang worden veranderd, en het roer tot
op de millimeter juist afgeregeld.
Hoogteroerfunctie
Als u de stuurknuppel voor de richtings- en hoogteroerfunctie (zie afbeelding 2, pos. 4) naar beneden beweegt, moet
het hoogteroer naar boven uitslaan.
Tijdens het vliegen wordt daardoor het staarvlak naar beneden gedrukt en het model stijgt naar boven weg.
Afbeelding 18
Afbeelding 19a
115