•
Het codeslot moet in de stand-bymodus staan, de controle-
led (2) licht rood op.
•
Activeer de programmeermodus, zie hoofdstuk 10
"Programmering",
activeren/verlaten". Aansluitend knippert de controle-led (2)
rood.
Bijvoorbeeld:
•
Druk op de knop
codeslot bevindt zich nu in de aanleermodus.
•
Voer een gebruikers-ID in (een getal van
•
Bevestig het gebruikers-ID met de knop
(2) licht kort groen en daarna weer geel op.
•
Houd een gebruikerstransponder tegen het toetsenbord
(1) om in te lezen. Het codeslot geeft een toon als de
gebruikerstransponder wordt herkend. De controle-led
knippert kortstondig groen.
•
Verwijder de gebruikerstransponder van het toetsenbord.
•
Vervolgens brandt de controle-led (2) weer geel.
•
De nieuwe transponder is in de eerder ingevoerde gebruikers-
ID opgeslagen.
Een reeds geprogrammeerde transponder kan niet aan
een andere gebruikers-ID worden toegewezen.
Als er een gebruikers-ID is geselecteerd waarvoor
al een gebruikerstransponder is opgeslagen, geeft
het codeslot 3 korte geluidssignalen, de controle-led
(2) knippert rood en brandt dan weer geel. Probeer
vervolgens het aanleerproces opnieuw.
146
paragraaf
b)
. De controle-led (2) brandt geel. Het
"Programmeermodus
tot
. De controle-led
).