4.1.d - Reiniging van het aanzuigfilter
Het vuile aanzuigfilter vermindert de prestaties van het apparaat.
Zorg er dus voor het filter om de twee weken te reinigen.
a. Trek het filter (30) zijwaarts los (Afb.24).
b. Reinig het filter (30) met een stofzuiger of was het met water, laat het drogen op een koele plek.
Als het filter (30) beschadigd is, vervang het dan.
c. Controleer of het filter (30) volledig droog is.
d. Plaats het filter (30) correct terug in zijn zitting (Afb. 25).
e. Zuig eventuele pluizen op van het filter (Afb. 25).
Gebruik het apparaat niet zonder het filter (30).
4.1.e - WENKEN VOOR DE ENERGIEBESPARING
Vervolgens enkele tips om het verbruik te beperken:
• Houd de filters altijd proper (zie hoofdstuk onderhoud en reiniging).
• Houd de deuren en de vensters van de kamers gesloten waar de airco werkt.
• Vermijd dat zonlicht de kamer binnendringt (wij adviseren het gebruik van gordijnen, blinden of rolluiken).
• Verstop niet de (inkomende en uitgaande) luchtstroom van het apparaat; naast het feit dat dan geen optimaal
rendement verkregen wordt, compromitteert het ook de correcte werking van het apparaat en is het mogelijk
dat onherstelbare defecten optreden.
4.2 - ONDERHOUD
Als voorzien wordt dat het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt, handel dan als volgt:
a. Activeer enkele uren de werkwijze alleen ventilator (circa 1÷2 uur) om de binnenkant van het apparaat te drogen.
b. Stop de airco en sluit de voeding af.
c. Reinig de luchtfilters.
d. Voer het condenswater volledig af.
e. Wikkel de elektrische voedingskabel (34) rond de haspel (33) en plaats de stekker in de daarvoor bestemde
behuizing (31) (Afb.31).
f. Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
Controles alvorens de airco weer in werking te stellen:
a. Na een lange periode inactiviteit van de airconditioner de filters reinigen.
b. Controleer of de uitgang of ingang van de lucht niet is verstopt (vooral na een lange periode van inactiviteit
van de airconditioner).
4.2.a - Afvoer condenswater
Wanneer het condenswater dat in de onderste tray aanwezig is het van tevoren bepaalde peil bereikt, laat
het apparaat 8 keer een pieptoon horen; op het bedieningspaneel wordt "P1" weergegeven en het apparaat
houdt op met werken (de motor van de ventilator blijft doorgaan met werken). In dit geval:
a. Trek de stekker uit het stopcontact.
b. Verplaats het apparaat voorzichtig naar een positie die geschikt is om het water af te voeren.
c. Verwijder de afvoerdop (32) en het rubber dopje (32a) (Afb.26).
Controleer of de afvoerdop (32) correct vastgeschroefd is om te voorkomen dat
water lekt.
d. Laat al het water naar buiten komen.
e. Plaat het rubber dopje (32a) terug en schroef de afvoerdop (32) vast (Afb.27).
f. Steek de stekker in het stopcontact en herstart de machine tot de aanduiding "P1" uitgaat.
Als de fout herhaald wordt, neem dan contact op met een Assistentiecentrum.
NL - 22