15. Een ieder die boven of in een koelgascircuit moet werken, moet in het bezit zijn van een geldig
certificaat, waarop verklaard wordt dat die persoon competent is om op veilige wijze koelmidde-
len te hanteren, dat in overeenstemming is met een specifieke beoordeling die erkend is door de
sector.
16. Het onderhoud moet uitsluitend uitgevoerd worden zoals aanbevolen wordt door de pro-
ducent van het apparaat. Het onderhoud en de reparaties die de assistentie van ander
gespecialiseerd personeel vereisen, moeten uitgevoerd worden onder toezicht van een
persoon die competent is voor het gebruik van ontvlambare koelmiddelen.
17. VERVOER VAN APPARATUUR DIE ONTVLAMBARE KOELMIDDELEN BEVAT
Raadpleeg de wetgeving voor het vervoer.
18. MARKERING VAN DE APPARATUUR MET SYMBOLEN
Raadpleeg de plaatselijke wetgeving.
19. VERWIJDERING VAN APPARATUUR DIE ONTVLAMBARE KOELMIDDELEN GEBRUIKT
Raadpleeg de nationale wetgeving.
20. OPSLAG VAN DE APPARATUUR/APPARATEN
De opslag van de apparatuur moet conform de instructies van de fabrikant zijn.
21. OPSLAG VAN DE VERPAKTE (NIET VERKOCHTE) APPARATUUR
De verpakking moet zo uitgevoerd zijn dat een interne mechanische beschadiging van de apparatuur
geen lekkage van koelmiddel veroorzaakt.
Het maximum aantal delen van de apparatuur dat samen opgeslagen kan worden wordt aangeduid door
de plaatselijke wetgeving.
22. INFORMATIE OVER HET ONDERHOUD
a) Controles van het gebied
Voordat handelingen uitgevoerd worden op systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten, moeten de
veiligheidscontroles uitgevoerd worden om zich ervan te verzekeren dat het risico op ontbranding minimaal
is. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om eventuele reparaties van het koelmiddelsysteem uit
te voeren voordat het gebruikt wordt.
b) Afwikkeling van het werk
Het werk moet uitgevoerd worden onder controle, om het risico op de aanwezigheid van gas of ont-
vlambare dampen tijdens de uitvoering van het werk zelf te minimaliseren.
c) Algemeen werkgebied
Al het personeel dat met het onderhoud belast is, en de andere operators die in het werkgebied aan-
wezig zijn, moeten geïnstrueerd zijn over de aard van het werk dat verricht gaat worden. Vermijd het
om in kleine ruimtes te werken. De zone rondom het werkgebied moet afgebakend zijn. Controleer
of het gebied veilig gesteld is dankzij de controle van ontvlambaar materiaal.
d) Controle van de aanwezigheid van koelmiddel
Het gebied moet vóór en tijdens het werk gecontroleerd worden met gebruik van een adequate detector van
koelmiddelen om er zeker van te zijn dat de operator zich bewust is van de aanwezigheid van een potentieel
ontvlambare atmosfeer. Controleer of het apparaat voor de detectie van lekken geschikt is voor ontvlambare
koelmiddelen, dus of het vonkvrij is, op passende wijze verzegeld of intrinsiek veilig is.
e) Aanwezigheid van brandblussers
Mocht ongeacht welke warme bewerking op de koelapparatuur uitgevoerd moeten worden, of op on-
geacht welk daarop aangesloten deel, dan moet adequate brandblusapparatuur binnen handbereik
beschikbaar zijn. Zorg ervoor dat er altijd een droge poederblusser of een CO2-blusser aanwezig is
vlakbij het gebied waar het vullen plaatsvindt.
f) Afwezigheid van ontvlambare bronnen
Geen enkele operator die aan het werk is op het koelsysteem waarbij het blootleggen van ongeacht welke
leiding nodig is die een ontvlambaar koelmiddel bevat of bevat heeft, mag enige ontvlambare bron gebrui-
ken op een wijze dat brand of een explosie veroorzaakt kan worden. Alle mogelijke ontvlambare bronnen,
met inbegrip van het gebruik van sigaretten, moeten voldoende ver van de plaats van installatie, reparatie,
verwijdering en sloop gehouden worden, waar het ontvlambare koelmiddel in de omringende ruimte zou
kunnen worden afgegeven. Voordat het werk begint moet het gebied rondom de apparatuur bestudeerd
worden om er zeker van te zijn dat geen ontvlambare elementen of risico's op ontbranding aanwezig zijn.
Gebruik markeringen die het roken verbieden.
g) Geventileerd gebied
Controleer of het installatiegebied in de open lucht is of op passende wijze geventileerd wordt voordat
het systeem gestart wordt of ongeacht welke warme bewerking op de apparatuur uitgevoerd wordt.
De mate van ventilatie moet aanwezig zijn gedurende de gehele periode waarin de bewerking uitge-
NL - 7
DOLCECLIMA AIR PRO