3.7 - WERKWIJZE TURBOKOELING
• Deze functie kan alleen geactiveerd worden vanaf het bedieningspaneel van het apparaat.
a. Deze werkwijze kan geselecteerd worden door één of meerdere keren op het bedieningspaneel op de
toets "MODE" te drukken, tot het display de iconen
b. De functie zet het apparaat rechtstreeks in de werkwijze koeling waarbij de temperatuur op 17°C en de
maximum snelheid van de ventilator ingesteld zijn, zodat de ingestelde temperatuur sneller bereikt wordt.
c. In deze werkwijze is het niet mogelijk de snelheid van de ventilator en zelfs ook niet de temperatuur te
selecteren.
d. Druk om de functie uit te schakelen op het bedieningspaneel op de toets "MODE" of schakel het apparaat uit.
3.9 - WERKWIJZE ONTVOCHTIGING (DRY)
a. Door deze werkwijze in te stellen wordt de omgeving ontvochtigd.
Deze werkwijze kan geselecteerd worden door één of meerdere keren op de toets "MODE" te drukken (op de
afstandsbediening of op het bedieningspaneel) tot de betreffende icoon weergegeven wordt:
-
op het bedieningspaneel
b. In de werkwijze DRY, is het niet mogelijk de snelheid van de ventilator te selecteren of de temperatuur te regelen.
De motor van de ventilator werkt op lage snelheid.
c. Houd deuren en ramen gesloten voor het beste ontvochtigingseffect.
Niet de leiding voor de luchtuitstoot in positie brengen op het raam.
d. Sluit de leiding voor de condensafvoer aan (paragraaf 2.6.a)
3.9 - WERKWIJZE VENTILATIE (FAN)
a. Door deze werkwijze in te stellen, voert het apparaat geen enkele actie uit op de temperatuur of de vochtigheid
van de lucht in het vertrek maar houdt de lucht alleen in circulatie.
b. Deze werkwijze kan geselecteerd worden door één of meerdere keren op de toets "MODE" te drukken (op de
afstandsbediening of op het bedieningspaneel) tot de betreffende icoon op het display van het bedieningspaneel
en/of de afstandsbediening weergegeven wordt.
-
icoon op het bedieningspaneel
c. In deze werkwijze is de ventilator altijd ingeschakeld en is het mogelijk de gewenste snelheid ervan te selecteren
door op de afstandsbediening op de toets "FAN" te drukken of op het bedieningspaneel op de toets
d. De snelheid van de ventilator wordt weergegeven zoals vermeld wordt in paragraaf "3.1" (punt SW7) en "3.2"
(punt D7).
3.10 - WERKWIJZE VERWARMING (HEAT)
(alleen voor het model met warmtepomp)
a. Door deze werkwijze in te stellen verwarmt het apparaat de omgeving.
b. Deze werkwijze kan geselecteerd worden door één of meerdere keren op de toets "MODE" te drukken (op de
afstandsbediening of op het bedieningspaneel) tot de betreffende icoon
c. In deze werkwijze is de ventilator altijd ingeschakeld en is het mogelijk de gewenste snelheid ervan te selecteren
door op de afstandsbediening op de toets "FAN" te drukken of op het bedieningspaneel op de toets
De snelheid van de ventilator wordt weergegeven zoals vermeld wordt in paragraaf "3.1" (punt SW7) en "3.2"
(punt D7).
d. Het setpoint van de temperatuur ligt tussen 17°C en 30°C (tussen 62 F en 86 F) met variaties van 1°C en kan
ingesteld worden met de toetsen +/- op het bedieningspaneel of met de toetsen ▲ ▼ op de afstandsbediening.
e. Na het verstrijken van een bepaalde tijd (maximaal drie minuten) na de activering van de werkwijze gaat de
warmtepomp van start en begint het apparaat warme lucht af te geven.
f. Sluit de leiding voor de condensafvoer aan (paragraaf 2.6.b)
3.11 - WERKWIJZE TIMER
a. Deze werkwijze maakt het mogelijk de inschakeling of de uitschakeling van het apparaat te programmeren.
b. De vertragingstijd kan ingesteld, geactiveerd en geannuleerd worden met zowel de afstandsbediening
als het bedieningspaneel.
NL - 18
en "Turbo" weergeeft.
-
op het display van de afstandsbediening.
-
icoon op het display van de afstandsbediening
te drukken.
op het display weergegeven wordt.
te drukken.