2.4 - VASTE INSTALLATIE
De airconditioner kan ook met gaten vast aan het raam of aan de muur geïnstalleerd worden. De luchtstroom
mag niet belemmerd worden door beschermende roosters e.d. Eventuele beschermende roosters e.d. moeten
een totale doorsnede voor de luchtdoorlaat hebben die niet minder mag zijn dan 140 cm
a. Breng het eindstuk aan de machinezijde (2) in positie op de buigzame leiding (1), zoals Afb.8 toont.
b. Boor een gat in het glas of in de wand, met een diameter van 127 mm, op een hoogte van de vloer tussen
300 en 1200 mm (Afb.13).
c. Breng het eindstuk (7) in positie in het gat van de wand en markeer de boorpunten (Afb.14-a, 14-b).
d. Verwijder het eindstuk (7) en boor de gaten van 6 mm (Afb.14-c, 14-d).
e. Steek de bijgeleverde pluggen (10) in de gaten (Afb.14-e).
f. Breng het eindstuk (7) in positie in het gat van de wand en zet het vast met de bijgeleverde schroeven
(10) (Afb.14-f, 14-g).
g. Steek het eindstuk aan de machinezijde (2) in de opening van de luchtuitlaat van het apparaat (36), zoals
afbeelding 9 toont.
h. Sluit het andere uiteinde van de buigzame leiding (1) aan op het eindstuk (7) (Afb.14-i).
i. Sluit de dop (7a) wanneer het apparaat niet in werking is (Afb.14-h).
2.5 - ELEKTRISCHE AANSLUITING
Het apparaat wordt geleverd met een voedingskabel met stekker.
Voor het aansluiten van de airconditioner, ervoor zorgen dat:
• De waarden van de spanning en frequentie aan de specificaties van de
machinegegevens voeldoen.
• De kracht lijn met een efficiënte aarding is uitgerust en de juiste afme-
tingen voor de maximale absorptie van de airconditioner heeft.
• Het apparaat voeding netwerk moet worden voorzien in een passende meerpolige inrichting volgens de
nationale installatie voorschriften.
• De apparatuur uitsluitend door een socket wordt gevoed dat compatibel met de meegeleverde stekker is.
WAARSCHUWING
De eventuele vervanging van de voedingskabel mag alleen worden uitgevoerd door
Olimpia Splendid technische dienst of door personeel met gelijkaardige kwalificatie.
2.6 - DRAINAGE
Al naargelang de gebruikswijzen van het apparaat is het nodig de condensafvoerleiding aan te sluiten.
2.6.a - Gebruik als ontvochtiger
Voor het correcte gebruik van het apparaat moet als volgt gehandeld worden (afbeeldingen 29 en 32):
a. Verwijder de dop (28).
b. Plaats de bijgeleverde leiding (12) op de aansluiting.
Controleer of het uiteinde van de afvoerleiding (12) in positie gebracht is op het afvoerputje of in
een recipiënt. Controleer of de leiding (12) niet verstopt is.
c. Breng indien nodig het eindstuk (13) aan op de condensafvoerleiding (12).
2.6.b - Gebruik als warmtepomp
(alleen voor het daarvoor gereed gemaakte model)
Voor het correcte gebruik van het apparaat moet als volgt gehandeld worden (afbeeldingen 30 en 33):
a. Verwijder de dop (35).
b. Plaats de bijgeleverde leiding (12) op de aansluiting.
Controleer of het uiteinde van de afvoerleiding (12) in positie gebracht is op het afvoerputje of in
een recipiënt. Controleer of de leiding (12) niet verstopt is.
c. Breng indien nodig het eindstuk (13) aan op de condensafvoerleiding (12).
.
2
NL - 13
DOLCECLIMA AIR PRO