Gebak in vormen
Gistbrood 1 kg**
* Gebak ca. 20 minuten in de oven laten afkoelen.
** Giet nooit water rechtstreeks in de hete oven.
Gebak
Notentaart
Vruchten- of kwarktaart von zand-
taartdeeg*
Fijne vruchtentaart, van roerdeeg
Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart) Springvorm of
* Gebak ca. 20 minuten in de oven laten afkoelen.
Klein gebak
Koekjes
Schuimgebak
Bitterkoekjes
Bladerdeeg
Broodjes (bijv. roggebroodjes)
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept.
U wilt een vorm van silicone, glas, kunststof
of keramiek gebruiken.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken
is.
Het gebak zakt in.
Het gebak is in het midden hoog gerezen
en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker.
Het gebak is te droog.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Het gebak laat niet los wanneer u het uit de
vorm wilt storten.
U heeft met uw eigen thermometer de
oventemperatuur gemeten en daarbij een
afwijking vastgesteld.
Tussen vorm en rooster ontstaan vonken.
98
Toebehoren
Bakplaat
Vormen
Hoogte Magnetronver-
Springvorm
1
Springvorm
2
Tulbandvorm of
1
springvorm
2
quichevorm
Hoogte Verwarmingsmethode
Bakplaat
2
3
Bakplaat
2
3
Bakplaat
2
3
Bakplaat
2
3
Bakplaat
2
3
Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
De vorm moet tot 250 °C hittebestendig zijn. In deze vormen wordt het gebak minder
bruin. Wanneer u de magnetron inschakelt, wordt de tijdsduur eventueel korter dan
wat in de tabel staat aangegeven.
Steek ongeveer 10 minuten voor het einde van de opgegeven baktijd een houten
prikker in op de plek waar het gebak het hoogst is. Wanneer er geen deeg meer aan
de prikker zit, is het gebak klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden
lager in en houd een langere baktijd aan. Houd rekening met de omroertijden in het
recept.
Vet nu de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Kies een lagere temperatuur en een wat langere baktijd.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedrup-
pelt u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer
10 graden hoger in en houd kortere baktijden aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere
temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor,
deze bestrooit u met amandelen of paneermeel en vervolgens brengt u de bovenste
laag erop aan. Let op recepten en baktijden.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen, dan komt het gemakke-
lijker los uit de vorm. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de rand voorzichtig
los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met
een natte, koude doek. Vet de vorm de volgende keer goed in en strooi er ook
paneermeel in.
De oventemperatuur wordt door de fabrikant met een testrooster na een bepaalde tijd
in het middelpunt van de binnenruimte gemeten. Alle vormen en toebehoren hebben
invloed op de gemeten waarde, zodat u altijd een verschil zult vaststellen wanneer u
zelf meet.
Controleer of de vorm van buiten schoon is. Verander de positie van de vorm in de
binnenruimte. Als dat niet helpt, bakt u zonder magnetron verder. De bakduur wordt
dan langer.
Hoogte Verwarmings-
methode
2
3
Tijdsduur in
mogen in watt
minuten
90 W
30-35
360 W
40-50
90 W
30-45
90 W
50-70
Temperatuur in°C
150-170
100
110
170-180
180-190
Tempera-
Tijdsduur in minuten
tuur °C
180-190
50-60
Verwarmings-
Temperatuur in°C
methode
170-180
3
150-160
3
170-190
3
160-180
3
Tijdsduur in minuten
20-35
90-120
35-45
35-45
35-45