Aansluiting Aan De Gebruikslijn; Gasaansluiting; Gebruiksvoorschriften; Aansluiting Van De Toorts En Van De Massakabel - CEA Compact 270 Manuel D'instructions

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
• signaleer-, besturings- en telefoonkabels;
• radio- en televisiezenders en -ontvangers;
• computers of meet- en schakelinstrumenten;
• veiligheids- en beveiligingsinstrumenten.
Het lasapparaat mag niet op een ondergrond met een helling
van meer dan 10° rusten.
Deze lasapparaten zijn d.m.v. geforceerde luchtkoeling
gekoeld en moeten daarom zo geplaatst worden dat de lucht
gemakkelijk door de in de kast aangebrachte gaten kan wor-
den aangezogen en afgevoerd.
De lasunit wordt gekenmerkt door de volgende klassen:
• beschermingsklasse IP 23 geeft aan dat de generator zowel
in gesloten ruimtes als in de open lucht gebruikt kan worden;
• Gebruiksklasse "S" betekent dat de generator gebruikt kan
worden in ruimtes met een hoger risico op elektrische
schokken.

Aansluiting aan de gebruikslijn

De aansluiting van de machine
op de gebruikslijn is een hande-
ling die uitsluitend door gekwali-
ficeerd personeel uitgevoerd
mag worden. Alle aansluitingen
moeten tot stand gebracht worden
in naleving van de heersende voor-
schriften en in overeenstemming
met de wetten inzake de ongeval-
lenpreventie (zie de normen CEI
26-10 CENELEC HD 427). Voor-
dat u het lasapparaat aansluit
moet u kontroleren, of de gege-
vens van het typeplaatje over-
eenkomen met de waarde van de
netspanning en de netfrequentie
en dat de hoofdschakelaar van
het lasapparaat op de "0" stand
staat. Deze soldeerbouten kunnen
onder meerdere voedingsspanningen functioneren en worden
in normaal geval geleverd verbonden voor de hoogste op het
naambordje aangegeven spanning. Nagaan ofdat deze span-
ning met de netspanning corrispondeert, mocht dit niet het
geval zijn verwijder dan het deksel en sluit, afhankelijk van de
netspanning, de overeenkomstige rode of blauwe connector
aan, zoals Fig. B laat zien. De aansluiting aan het net dient te
worden uitgevoerd met behulp van de bij de soldeerbout gele-
verde quadripolaire kabel, van welke:
• drie leidingen dienen voor de verbinding van de machine op
het stroomnet;
• de vierde leidingen, geel/groen, dient voor de aardeverbin-
ding.
Een genormaliseerde stekker (3p+1) met passend vermo-
gen op de voedingskabel aansluiten en een met zekerin-
gen uitgerust stopcontact of automatische schakelaar
voorbereiden; de speciale aardingsaansluitklem moet op
de aardingsklem (Geelgroen) van de voedingslijn worden
aangesloten. Tabel 2 geeft de aanbevolen vermogenswaarden
voor de vertraagde lijnzekeringen op grond van de maximum
nominale stroom, die door het lasapparaat wordt wordt opge-
nomen en van de nominale netspanning.
Model
I
Max nominaal (35%)*
2
Insttallatie spanning
Nominaalstroom vertraagde
zekeringen
U1=220V-230V-240V
U1=380V-400V-415V
Kabel netaansluiting
Lengte
Doorsnede
* Nusfactor
220/230/240 V
Blu-Bleu-Blue-Blau
Rosso-Red-Rouge-Rot
380/400/415 V
Blu-Bleu-Blue-Blau
Rosso-Red-Rouge-Rot
Fig. B
Tabel 2
COMPACT
270
310
A
250
300
kVA
6,1
8,3
A
16
A
10
m
3,5
2
4x2,5
mm

Gasaansluiting

De eenheden worden geleverd met een druk-
reductor voor de regeling van de gasdruk die
tijdens het lassen gebruikt wordt. De gas-
tanks (optional) moeten op het achterpaneel
van de gastankhouder van de lasmachine
geplaatst worden en vastgezet worden met
de daarvoor bestemde bijgeleverde ketting.
Ze moeten zo geïnstalleerd worden dat de
stabiliteit van de lasinstallatie niet gecompro-
mitteerd wordt. De aansluiting van gasfles,
reductor en gasbuis die uit het achterpaneel
van het lasapparaat komt, moet uitgevoerd
worden zoals in Fig. C is aangegeven.
Open de gastank en stel de stroommeter in
op ongeveer 8/12 l/min.
BELANGRIJK: Controleer of het gebruikte
gas compatibel is met het te lassen materiaal.

Gebruiksvoorschriften

BEDIENINGS- EN CONTROLEAPPARATUUR (Fig. D-E)
Pos. 1
Onderbreker aan-uit.
Pos. 2
Groene LED. Het aangaan van deze LED duidt aan
dat het lasapparaat onder spanning klaar is om in
werking te gaan.
Pos. 3
Potentiometer voor de regeling van de draadsnelheid.
Pos. 4
Deviator lasproces:
• In de stand
tijdens de hele lascyclus.
• In de stand
drukken en dan los te laten om het lassen te beginnen;
om het weer te onderbreken is het voldoende de knop
één keer in te drukken.
Pos. 5
Potentiometer met schakelaar voor de instelling van
de puntlastijd.
Pos. 6
Potentiometer voor de instelling van de BURN-BACK.
Indien de snelheid van de motor op de maximaal
instelbare waarde staat, mag het snelheidsverloop
niet onder positie 2 gekozen worden. Een beveiliging
ter bescherming van de motorborstels belemmert
deze werking.
Pos. 7
Potentiometer voor de regeling van de motorstart.
Pos. 8
Gele LED thermostatische bescherming. Het aan-
gaan van deze LED duidt de tussenkomst aan van de
thermische bescherming. Er wordt dan buiten de
werkcyclus gewerkt (zie "Gebruiksbeperkingen").
Wacht enkele minuten alvorens verder te gaan met
het lassen.
Pos. 9
Omschakelaar met meerdere posities voor de ver-
fijnde regulering van de soldeerspanning.
Pos. 10 Omschakelaar op schaal voor het selecteren van de
reguleringsvelden van de soldeerspanning.
Pos. 11 Gecentraliseerde toortsaansluiting.
Pos. 12 Snelkoppeling voor de verbinding aan de massaka-
bel. Deze lasapparaten geven de mogelijkheid om
twee inductiewaarden te kiezen om het lasbad te
veranderen en dus de kenmerken van de generator.
De keuze wordt uitgevoerd volgens de lasstroom (van
stand
360
eneming).
350
11
Aansluiting van de toorts en van de
massakabel
25
16
• Het uiteinde van de achterkant van de lastoorts aan de
gecentraliseerde aansluiting op het frontpaneel verbinden
4
(Pos. 11, Fig. E).
• De massakabel in de snellekoppeling doen (Pos. 12, Fig. E).
4x2,5
34
moet men de toorts ingedrukt houden
is het voldoende de toortsknop in te
tot
brengen in geval van stroomto-
Fig. C

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Compact 310Compact 360

Table des Matières