consulteren voordat ze bij de in wer-
king zijnde machine kunnen komen.
• Nooit dichtbij de machine verblijven
als men horloges timers of magneti-
sche steunen bij zich draagt. Deze
objecten kunnen onherstelbare
schade oplopen als gevolg van het
magnetisch veld.
• De aansluiting komt overeen met de
beveiliging vastgesteld in de richtlijnen
89/336 CEE 92/31 CEE en 93/68 CEE
voor wat de betreft de materie elektro-
magnetische compatabiliteit. (EMC).
In het speciaal is de machine in over-
eenstemming met de technische voor-
schriften van de normen EN 50199 en
het gebruik is enkel voorzien in indus-
trieen en dus niet voor huishoudelijk
gebruik. Mochten zich elektromagneti-
sche storingen voordoen is het de
taak van de gebruiker om samen met
de technische assistentie van de bou-
wer het probleem op te lossen. In
enkele gevallen kan de remedie
bestaan uit het afschermen van de
soldeerder en enige filters in de voe-
dinslijn voegen.
MATERIALEN EN AFBREKEN
• Deze machine is
gebouwd met materia-
len die vrij zijn van voor
de operateur schade-
lijke of giftige stoffen.
• Tijdens de afbreekfase
is het raadzaam de machine te
demonteren en de componenten op
basis van het type materiaal te selec-
teren.
HANTEREN EN OPSLAAN VAN HET
GAS
Men dient voorzorgsmaat-
regelen te nemen voor de
veilige hantering van de
persgascilinders. Deze
moeten allereerst ver ver-
wijderd blijven van electri-
citeitskabels of andere electrische cir-
cuits.
• Het wordt aanbevolen cilinders te
gebruiken die beschikken over een
merkaanduiding van het type gas dat
er in opgeslagen is, vertrouw niet op
identificatieaanduidingen met behulp
van kleuren.
Model
I
max nominaal 35% (*)
2
Installatievermogenk
Nominale stroom Zekering klasse "gl"
Verbindingskabel net
Lengte
Doorsnede
Massakabel
(*) Servicefactor
• Draai iedere keer dat u geen gebruik
van het gas maakt, de afsluitkranen
dicht, en lever de cilinder wanneer
deze leeg is weer spoedig in.
• Verzeker u ervan dat de cilinders zo
geplaatst zijn dat er niet tegen aan
gestoten kan worden en ze niet per
ongeluk kunnen omvallen.
• Probeer niet de cilinders te vullen.
• Gebruik alleen gecertificeerde slan-
gen en aansluitstukken, die geschikt
zijn voor het type gas dat gebruikt
gaat worden en vervang deze, indien
beschadigd.
• Gebruik een correct werkende drukre-
gelaar en monteer deze handmatig op
de cilinder. Wanneer u denkt dat er
een storing in de drukregelaar aanwe-
zig is, vervang en repareer deze dan
onmiddellijk.
• Open langzaam de afsluitkraan van
de cilinder zodat de druk van de rege-
laar geleidelijk hoger wordt.
• Wanneer de meetaanwijzer onder
druk staat, laat de afsluitkraan dan in
de bereikte stand staan.
• Bij inerte gassen de afsluitkraan
geheel openen.
• Bij verbrandingsgassen de afsluit-
kraan minder dan een slag openen
zodat deze in geval van nood snel
dicht gedraaid kan worden.
Installatie
De plaats waar de machine geinstal-
leerd wordt dient met zorg te worden uit-
gekozen zodat een goede en veilige ser-
vice verzekert is. De gebruiker is verant-
woordelijk voor de installatie en het
gebruik van de aansluiting in overeen-
stemming met de instructies van de bou-
wer weergegeven in deze handleiding.
Voordat de machine geinstalleert wordt
dienen de potentiele elektromagnetische
problemen in de werkruimte in overwe-
ging te worden genomen. In het speciaal
raden we aan de machine niet te plaat-
sen in de nabijheid van:
• segnalatiekabels, controle-, en tele-
foonkabels.
• zenders en ontvangers van radio en
televisie.
• computers of meet en controle appa-
ratuur.
MATRIX 250 E
A
kVA
A
m
2
mm
2
mm
34
• beveiligings-, en protectieapparaten.
Dragers van pace-makers, gehoorappa-
raten en soortgelijken apparaten dienen
voor zij in contact komen met de in wer-
king zijnde machine de huisarts te con-
sulteren. De installatieruimte van de sol-
deerder moet in overeenstemming zijn
met de protectiegraad van het karkas,
wat gelijk is aan IP 23 (publicatie IEC
529). Deze installatie wordt gekoeld met
behulp van versterkte luchtcirculatie en
moeten zodanig worden opgesteld dat
de lucht vrij geaspireerd en uitgestoten
kan worden door de daarvoorbestemde
openingen op het frame.
Voordat de soldeerder wordt aange-
sloten aan de gebruikslijn, controle-
ren ofdat de gegevens op het naam-
plaatje corrisponderen met de
waarde van de netstroom en de net-
spanning en dat de lijnonderbreker
van de soldeerder op "0" staat inge-
steld. Sluit het lasapparaat alleen aan
op voedingsnetten met een neutrale
rechtstreekse aardverbinding.
Aansluiting op het voedingsnet dient
plaats te vinden door middel van de bij
het lasapparaat geleverde stekker. Wan-
neer het nodig mocht zijn de stekker te
vervangen, ga dan als volgt te werk:
• 2 conductoren dienen voor het verbin-
den van de machine aan het net.
• De 3, GEEL-GROEN gekleurd, dient
voor de aarding.
Aan de voedingskabel een genormali-
seerde stekker (3p+t) verbinden met
geschikte draagkracht en beschikken
over een stopcontact van het net met
schakelaars of automatische onder-
brekers; de daarvoorbedoelde aar-
dterminal dient te worden verbonden
aan de aardconductor (GEEL-
GROEN) van de voedingslijn.
Tabel 2 beschrijft de aangeraden waar-
den van de lijnschakelaars, gekozen op
basis van de maximale nominale stroom
vereist door de soldeerder en de nomi-
nale voedingsspanning.
LET OP 1: Eventuele verlengsloeren
van de voedingskabel dienen een
geschikte dooisnede te hebben, en in
geen gevel een doornede die kleiner is
dan die van de bljgeleveide kabel.
Tabel 2
LET OP 2: gezien de onregelmatige
spanning die door motorgeneratoren
geleverd wordt, wordt aansluiting van
250
het lasapparaat op deze installaties
7
afgeraden.
10
3
1,5
35
Aansluiting aan de
gebruikslijn