Fig. G
CONTINU LASSEN
De juiste spanning en draadsnelheid kiezen, door de resp.
knoppen aan te zetten, voor het uit te voeren werk. De toorts-
knop indrukken om de lasstroom aan te zetten en om de
draadvoortstuwing te starten en met het laswerk beginnen. Als
de lascyclus is geëindigd, door het loslaten van de toortsknop
zal de draadvoortstuwingsmotor meteen stoppen terwijl de
generator in spanning zal blijven voor de tijd die nodig is om de
overmaat aan draad te verbranden. De elektroklep van het gas
zal open blijven ter handhaving van de inerte atmosfeer rond
de laszone. Deze functie heet "Burn-back" en kan geregeld
worden. Het controlecicuit blijft in spanning klaar voor de vol-
gende lascyclus.
PUNTLASSEN
Dit soort laswerk wordt aanbevolen voor carrosseriewerk.
• Het mondstuk van de gasleider ver-
vangen met een meer specifiek
soort voor puntlassen (zie Fig. H).
• Door middel van potentiometer de
puntlastijd instellen (Pos. 5, Fig. D).
• De juiste spannings- en draadsnel-
heidsregeling kiezen, door het aanzetten van de resp. knop-
pen, voor het uit te voeren werk.
• Het mondstuk van de gasleider loodrecht op het te lassen
stuk plaatsen.
• De toortsknop indrukken om de lasstroom en de draadvoort-
stuwing te starten.
• Wanneer de ingestelde lastijd afgelopen is zal de draad-
voortstuwing vanzelf stoppen.
• Druk opnieuw op de knop van de brander voor het starten
van een nieuwe lascyclus.
• De toortsknop loslaten.
Aluminiumlassen
Voor laswerkzaamheden met aluminiumdraad gaat u als volgt
te werk:
• Vervang de motorrol door de speciale rol voor aluminium-
draad;
• Een laspoot gebruiken met een kabel van 3 m en met een
omhulsel in carbon teflon-materiaal;
• 4 stel de minimum druk tussen de aandrijfrollen in met
behulp van de speciale schroef;
• Gebruik argon gas met een druk van 1-1,5 bar.
BELANGRIJK: Het eventuele onderhoud mag alleen uitge-
voerd worden door ervaren en gekwalificeerd personeel.
De garantie vervalt wanneer de eindgebruiker, alleen,
geprobeerd heeft een defect van de machine te repareren.
BELANGRIJK: Alvorens enige inspectie te verrichten aan de
binnenkant van de generator de voeding van de aansluiting
halen.
GENERATOR
Het onderhoud van deze apparaten beperkt zich tot het intern
reinigen van het frame en een periodieke controle om vast te
stellen of er versteten kabels of losse verbindingen zijn. Verwij-
der regelmatig het deksel van het lasapparaat, losgekoppeld
van het elektriciteitsnet, om met behulp van droge perslucht
eventuele ophopingen van vuil en stof te verwijderen. Zorg er
tijdens deze handeling voor dat u de luchtstraal niet direct op
Fig. H
de elektronische componenten richt. Controleer of het gascir-
cuit geheel vrij is van onzuiverheden en dat de verbindingen
goed vastzitten en geen lekkages vertonen. Wat dit laatste
aangaat, moet u vooral de elektroklep controleren. Controleer
de aandrijfrollen regelmatig en vervang ze wanneer ze wegens
slijtage de draadbeweging in gevaar brengen. (slippen enz.)
TOORTS
De toorts is onderhevig aan hoge temperaturen en heeft voort-
durend te maken met trekkracht en verbuigingen. Daarom
wordt aanbevolen de kabel niet plotseling te verbuigen of als
voortsleepkabel te gebruiken om het lasapparaat te verplaat-
sen. Om deze redenen vergt de toorts veelvuldige controles
zoals:
• Het verwijderen van de lasspatten op de gasverspreider om
• De contactpunt vervangen wanneer de opening waardoor de
• Het schoonmaken van het omhulsel van de draadleider door
• Controle van de isolatie en de verbindingen van de vermo-
VERVANGING ELEKTRONISCHE KAART
BELANGRIJK: De statische elektriciteit kan de kaarten
beschadigen! Het wordt geadviseerd om "antistatische
armbanden" te dragen voordat u de kaarten en de compo-
nenten daarvan manoeuvreert.
Ga als volgt te werk:
36
Onderhoud
een juiste gasdoorlaatbaarheid te bereiken;
draad passeert vervormd is;
middel van trieline of specifieke oplosmiddelen;
genskabel; de verbindingen moeten elektrisch en mecha-
nisch in goede staat verkeren.
2000H918