ABB VortexMaster FSV400 Mode D'emploi page 369

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 1
FSV400, FSS400 VORTEX & SWIRL DEBIETMETER | CI/FSV/FSS/430/450-X1 REV. I
5 Installatie
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Explosiegevaar bij gebruik van het apparaat met geopende
meetomvormerbehuizing of aansluitdoos!
Neem voor het openen van de meetomvormerbehuizing of de
aansluitdoos de volgende punten in acht:
Er moet een vuurvergunning beschikbaar zijn.
Er dient te worden gewaarborgd dat er geen sprake is van
explosiegevaar.
Schakel voor het openen de voeding uit en neem een
wachttijd van t > 2 minuten in acht.
WAARSCHUWING
Gevaar van letsel door procesvoorwaarden.
Uit de procesvoorwaarden, zoals hoge drukken, giftige en
agressieve meetmedia, kunnen gevaren ontstaan bij
werkzaamheden aan het apparaat.
Controleer voorafgaand aan werkzaamheden aan het
apparaat of er door de procesvoorwaarden geen risico's
kunnen ontstaan.
Bij werkzaamheden aan het apparaat, indien noodzakelijk,
een geschikte beschermende uitrusting dragen.
Apparaat / leiding drukloos leeg maken, laten afkoelen en
eventueel spoelen.
Inbouwvoorwaarden
Algemeen
Een vortex of Drall-debietmeter kan op een willekeurige plek in
het buisleidingsysteem worden ingebouwd. Er moet echter wel
op de volgende inbouwvoorwaarden worden gelet:
In acht nemen van de omgevingsvoorwaarden.
In acht nemen van de aanbevolen in- en uitlooptrajecten.
De stroomrichting moet overeenstemmen met de pijl op
de meetwaardeopnemer.
In acht nemen van de vereiste minimumafstand voor het
demonteren van de meetomvormer en het vervangen van
de voeler.
Vermijden van mechanische trillingen van de buisleiding
(vibraties) eventueel door ondersteuning.
De binnendiameter van de meetwaardeopnemer en de
buisleiding moeten aan elkaar gelijk zijn.
Verhinderen van drukvariaties van lange
buisleidingsystemen bij nuldebiet door tussenschakelen
van kleppen.
Verzwakken van alternerend (pulserend) debiet bij
zuigerpomp- of compressortransport door passende
dempingsmiddelen. De restpulsatie mag maximaal 10%
bedragen. De frequentie van de transportinrichting mag
zich niet in het bereik van de meetfrequentie van de
debietmeter bevinden.
Ventielen/kleppen moeten normaliter in de
stroomrichting na de debietmeter zijn geplaatst (typisch:
3 x DN). Als het meetmedium wordt verpompt door
zuiger-/dompelpompen of compressoren (drukken bij
vloeistoffen > 10 bar (145 psi)), kunnen bij gesloten ventiel
hydraulische schommelingen van het meetmedium in de
buisleiding ontstaan. In dit geval moet het ventiel beslist
in de stroomrichting voor de debietmeter worden
geïnstalleerd. Eventueel moet in geschikte
dempingsmiddelen (bijv. windketels) worden voorzien.
Bij het meten van de vloeistoffen moet de
meetwaardeopnemer altijd met het meetmedium gevuld
zijn en mag deze niet leeglopen.
Bij het meten van de vloeistoffen en dampen mag geen
cavitatie optreden.
Er moet rekening worden gehouden met het verband
tussen de meetmedium- en de omgevingstemperatuur
(zie gegevensblad).
Bij hoge meetmediumtemperaturen > 150 °C (> 302 °F)
moet de meetwaardeopnemer zo worden ingebouwd dat
de meetomvormer resp. aansluitdoos opzij of naar
onderen is gericht.
NL – 25
369

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Swirlmaster fss400

Table des Matières