FSV400, FSS400 VORTEX & SWIRL DEBIETMETER | CI/FSV/FSS/430/450-X1 REV. I
Bedrijfsmodus / (bestelcode) Markering
Liquid Energy / NL4
4
Energiemeting, zoals bijvoorbeeld
brijn of condensaat.
(voor vloeibaar meetmedium)
Gas Act. Volume / NG1
Werkende volumestroom
(voor gasvormige meetmedia)
1
De hoogste prioriteit van het apparaat ligt bij de registratie van de bedrijfstemperatuur.
3
De aansluiting via de analoge ingang of HART-ingang wordt in hoofdstuk Elektrische aansluitingen op pagina 35 beschreven.
4 Om de modus "Liquid Energy" uit te voeren, moeten als eerste voorwaarde de vereiste parameters uit een van de NL3-modi beschikbaar zijn. Zie Energiemeting
voor vloeistoffen, water en damp op pagina 67.
5 De hoogste prioriteit van het apparaat ligt bij de registratie van de temperatuur via de analoge ingang, voor zover de analoge ingang als temperatuuringang is
geactiveerd. Indien de analoge ingang niet beschikbaar is als temperatuuringang, probeert het systeem om de temperatuur via de HART-ingang te registreren.
Indien zowel de analoge ingang als de HART-ingang als temperatuuringang is gedeactiveerd, gebruikt het systeem de vooraf ingestelde temperatuurwaarde.
Vereiste extra parameter
Warmtecapaciteit
Meetmediumtemperatuur in aanvoer
Meetmediumtemperatuur in retour
–
Parameterinstelling
Device Setup / Plant/Customized /
Compensation Setting -> Specific Heat Capacity
1
Met interne temperatuursensor.
Geen gegevens vereist, de meetwaarde van de
temperatuursensor wordt gebruikt.
Voorinstelling van de temperatuurwaarde:
Device Setup / Plant/Customized /
Compensation Setting -> Preset Int.Temp
3, 5
Via analoge ingang:
Input/Output / Field Input / Analog In Value ->
Temperature
Via HART-ingang:
Input/Output / Field Input / HART In Value ->
Temperature
Voorinstelling van de temperatuur:
Device Setup / Plant/Customized /
Compensation Setting -> Preset Ext.Temp
–
NL – 61
405