5. Het lamellenfilter wordt door een luchtstoot
(pulserend geluid) automatisch gereinigd.
AANWIJZING Het lamellenfilter kan bo-
vendien met water (geen hogedrukreiniger)
en doeken worden gereinigd.
Bij onvoldoende reiniging is het mogelijk
dat zich mineraal stof in het filter vast-
zet, waardoor het zuigvermogen afneemt.
Hierdoor wordt de levensduur van het filter
verkort.
8.2 Lamellenfilter resp. afblaasfilter
vervangen
ATTENTIE
nl
Gebruik de stofzuiger nooit zonder lamel-
lenfilter.
8.2.1 Lamellenfilter demonteren 7
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Open het filterdeksel
3. Verwijder het lamellenfilter voorzichtig uit
de houder.
8.2.2 Lamellenfilter monteren
1. Reinig de filterpakking met een doek.
2. Breng het nieuwe lamellenfilter aan.
3. Sluit de filterafdekking.
8.3 Apparaat openen voor
testwerkzaamheden
1. Bedien de wielremmen.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de twee sluitklemmen.
4. Til de zuigkop van het vuilreservoir en
plaats deze op een vlakke ondergrond.
8.4 Antistatische klem testen 8
Controleer de antistatische klem op bescha-
diging en laat deze indien nodig door de Hilti
Service vervangen.
8.5 Vulniveaucontrole testen
ATTENTIE
Controleer de uitschakelcontacten op vervui-
ling en reinig deze zo nodig met een borstel.
Controleer de beweging van de vlotterschake-
ling.
108
Printed: 05.01.2017 | Doc-Nr: PUB / 5323628 / 000 / 00
8.6 Apparaat sluiten
ATTENTIE
Let er bij het plaatsen van de zuigkop op,
dat u zich niet beknelt en dat de kabel niet
beschadigd raakt.
1. Controleer de afdichting op de zuigkop op
vervuiling en reinig deze zo nodig met een
doek.
2. Zet de zuigkop op het vuilreservoir
3. Sluit de twee sluitklemmen.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
8.7 Verzorging van het apparaat
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ven-
tilatiesleuven! Reinig de ventilatiesleuven voor-
zichtig met een droge borstel. Reinig de bui-
tenkant van het apparaat regelmatig met een
poetsdoek. Gebruik geen sproeiapparaat, ho-
gedrukreiniger, stoomstraalapparaat of stro-
mend water voor het reinigen! De elektrische
veiligheid van het apparaat kan daardoor in ge-
vaar komen. Houd de greepgedeelten van het
apparaat altijd vrij van olie en vet. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
Bij onderhoud en reiniging moet het apparaat
steeds zo worden behandeld, dat er geen ge-
vaar voor het onderhoudspersoneel of andere
personen ontstaat. Maak gebruik van een gefil-
terde afzuiging. Draag beschermende kleding.
Reinig de werkplek zo, dat er geen gevaarlijke
stoffen in de omgeving achterblijven.
Voordat het apparaat uit het gebied met ge-
vaarlijke stoffen wordt verwijderd, de buiten-
kant van het apparaat afzuigen, schoonvegen
of goed inpakken. Vermijd daarbij de verdeling
van achtergebleven, gevaarlijk stof.
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
moeten alle verontreinigde onderdelen, die niet
voldoende kunnen worden gereinigd in dichte
zakken worden verpakt en volgens de geldende
voorschriften worden afgevoerd.
Minstens eenmaal per jaar moet op het ap-
paraat door de Hilti-service of een ander ge-
kwalificeerd persoon een stoftechnische con-