Inbedrijfstelling
Fig. 51:
Schakelplan loodbatterijen
1
Kabelset
Wanneer u loodbatterijen (gel/AGM) gebruikt, adviseren wij batterijen met minstens
150 Ah per batterij. De batterijen worden in twee groepen met elk vier serieel ge-
schakelde batterijen verbonden, zie "Fig. 51: Schakelplan loodbatterijen". Gebruik
hiervoor de meegeleverde kabelset.
Gebruik voor de seriële verbinding van de batterijen de loodbank kabelset Cruise
10.0 (art.nummer 1940-00, zie hoofdstuk 11, "Toebehoren".
Wanneer u de Cruise 10.0 FP met maar vier loodbatterijen (gel /AGM) gebruikt, moet
u een kabelset met minstens 70 mm2 gebruiken (niet bij de levering inbegrepen).
Neem hiervoor contact op met een scheepselektricien.
Raadpleeg bij complexere batterijbankverbindingen een scheepselektricien.
12 V
12 V
1
1
2
2
12 V
12 V
2
2
12 V
12 V
2
2
12 V
12 V
1
1
2
Kabelbrug
OPME RKI NG
Gebruik uitsluitend onderhouds- en gasvrije tractiebatterijen (deep cycle).
1. Controleer of de hoofdschakelaar van de kabelset in de Uit- resp. "0"-stand staat.
Zet hem eventueel in de Uit- resp. "0"-stand.
2. Sluit uw kabelset volgens de grafieken aan.
OPME RKI NG
Let op de juiste aansluiting van de poolklem plus en min op de polen (herken-
baar aan de opdruk op batterijen en poolklemmen).
3. Verzet de hoofdschakelaar resp. zet hem in de On- resp. "I"-stand.
De batterijen zijn met de motor verbonden.
NL
FR
pagina 85 / 117