Onthoud dat de operator of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of het in gevaar brengen van
andere mensen of hun eigendom.
Als de machine moet worden geparkeerd, opgeborgen
of onbeheerd wordt achtergelaten, de maai units laten
zakken.
Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage of
schade. Als een vreemd voorwerp is geraakt de
grasmaaier controleren op schade en
herstelwerkzaamheden uitvoeren voor de machine
weer wordt gestart en gebruikt.
Als de machine abnormaal begint te trillen,
onmiddellijk controleren.
TRANSPORT
Zorg dat het maai units in de transportstand staan.
Niet transporteren met draaiend snijmechanisme.
Bij het besturen van de machine rekening houden met
de toestand van de weg of het terrein, hellingen en
plaatselijke bulten.
Door plotseling vaart te minderen of remmen kan het
achterwiel van de grond komen.
BELANGRIJK: Alleen met transportsnelheid rijden
op een goede ondergrond. Nooit met
transportsnelheid over het gras rijden of ongelijke
of niet verharde wegen of paden.
ACHTER HET STUUR VANDAAN KOMEN
Parkeer de machine op vlakke ondergrond. Voor u
achter het stuur vandaan komt de motor afzetten en
controleren of alle bewegende delen stil staan. De
remmen aantrekken en alle aandrijvingen
uitschakelen. De startsleutel eruitnemen.
HELLINGEN
EXTRA UITKIJKEN ALS U OP HELLINGEN WERKT
Plaatselijke golvingen en kuilen veranderen de
algemene helling. Niet op een ondergrond gaan rijden
waarop de machine weg kan glijden. Op hellingen en
bij het nemen van scherpe bochten de snelheid van de
machine laag houden.
Door plotseling vaart te minderen of te remmen
kunnen de achterwielen van de grond komen.
Onthoud dat een "veilige" helling niet bestaat. Rijden
over hellingen met gras vereist bijzondere aandacht.
GEBRUIK DEZEMACHINE NIET OP HELLINGEN
GROTER DAN 15° GRADEN
Belangrijk: Op hellingen, de gewichtsdistributie
altijd op de maximum (+) instelling zetten.
NL
N'oubliez jamais que l'opérateur ou l'utilisateur est
responsable des accidents dont peuvent être victimes
d'autres personnes ou leurs biens, ainsi que des
risques auxquels ces personnes ou leurs biens
peuvent être exposés.
Lorsque la machine doit être mise en stationnement,
remisée ou laissée sans surveillance, abaissez les
unités de coupe.
Vérifiez souvent le dispositif de collecte des déchets
d'herbe pour vous assurer qu'il n'est ni usé ni
endommagé. Si vous heurtez un corps étranger,
examinez la tondeuse pour vous assurer qu'elle n'est
pas endommagée et réparez tous dégâts éventuels
avant de redémarrer et d'utiliser le matériel.
Si la machine se met à vibrer excessivement, vérifiez-
la immédiatement.
TRANSPORT
Vérifiez que les unités de coupe sont bien en position
de transport. La machine ne doit jamais être déplacée
avec les cylindres de coupe en rotation.
Conduisez la machine en tenant toujours compte des
conditions de surface et de déclivités locales.
Une décélération ou freinage brusque peuvent faire
cabrer la roue arrière.
IMPORTANT : Le mode de vitesse de transport
n'est valable que pour la conduite sur surface
plane. N'utilisez jamais le mode de vitesse de
transport sur des surfaces herbues, accidentées
ou sur des routes ou des chemins non
goudronnés.
AVANT DE QUITTER LE POSTE DE CONDUITE
Garez la machine sur un sol plat. Avant de quitter le
poste de conduite, arrêtez le moteur et vérifiez que
tous les organes mobiles sont bien arrêtés. Serrez le
frein et désengagez tous les entraînements. Retirez la
clé de contact.
PENTES
SOYEZ PARTICULIEREMENT VIGILANT LORSQUE
VOUS TRAVAILLEZ SUR DES PENTES
Les déclivités locales et les ornières changent la
physionomie générale de la pente. Evitez les
conditions qui peuvent amener la machine à glisser.
Maintenez une vitesse faible sur les pentes et lors des
virages serrés.
Une décélération ou un freinage brusque peuvent faire
cabrer la roue arrière. Souvenez-vous qu'une pente
«sans risque» n'existe pas. Le déplacement de la
machine sur des pentes herbues demande une
vigilance toute particulière.
GEBRUIK DEZEMACHINE NIET OP HELLINGEN
GROTER DAN 15° GRADEN
Belangrijk: Op hellingen, de gewichtsdistributie
altijd op de maximum (+) instelling zetten.
F
GB-F-NL-7