Wielvlucht aan de achteras instellen:
De verstelling van de wielvlucht gebeurt zoals bij de voo-
ras door het verdraaien van de schroef (A) van de bovens-
te draagarm.
Om te draaien kan een geschikte vorksleutel worden ge-
bruikt (niet inbegrepen).
Aangezien deze schroef telkens een linkse en rechtse
schroefdraad heeft, moet u de draagarm voor het ver-
plaatsen van de wielvlucht niet uitbouwen.
Let op:
Wijzig de instellingen alleen stap voor stap en controleer vervolgens of het veranderde rijgedrag aan uw
verwachtingen voldoet. Noteer de aangebrachte wijzigingen zodat u ze makkelijk opnieuw ongedaan kunt
maken.
Draai de schroeven van beide dwarsarmen aan de voorste of achterste as altijd gelijkmatig aangezien een
verschillende instelling aan het linker/rechter wiel tot een onberekenbaar rijgedrag leidt.
109