h) Stel de gasflow bij.
I. DE BYPASS BEËINDIGEN
Dit moet op basis van de individuele toestand van de patiënt gedaan
worden. Handel zoals hieronder beschreven:
1) Schakel de gasflow uit.
2) Schakel de warmtecirculatiepomp uit.
3) Verlaag de snelheid van de arteriële pomp langzaam tot nul en
sluit tegelijkertijd de veneuze lijn af.
4) Open de recirculatielijn.
5) Sluit de arteriële lijn af.
6) Verhoog de arteriële flow tot 200 ml/min.
VOORZICHTIG
- Als de extracorporele circulatie moet worden hervat, handhaaf
dan een minimum bloedflow in de LILLIPUT (max 200 ml/min).
- Als u het nodig acht een bloedfilter te gebruiken, zie dan de
specifieke gebruiksaanwijzingen.
ATTENTIE
Uitvoeringen met SOFT VENEUS RESERVOIR
In geval van een onvoldoende veneuze retourflow kan het soft
veneuze reservoir inklappen; in een dergelijke situatie kan het
zijn dat er gas uit het bloed wordt gehaald als gevolg van een
negatieve druk doordat de arteriële pomp niet onmiddellijk stil-
gezet is. Ga als volgt te werk om de in het soft veneuze reservoir
gekomen lucht te elimineren:
1) Schakel de gasflow uit.
2) Stop de arteriële pomp.
3) Klem de arteriële lijn af.
4) Herstel het vereiste vloeistof volume van het soft veneuze
reservoir (door de zakpers van het soft veneuze reservoir te
openen of vloeistoffen toe te voegen).
5) Controleer of er geen luchtbellen in het soft veneuze reservoir
zitten.
6) Klem de veneuze lijn af.
7) Open de kraan van de recirculatielijn en recirculeer circa een
minuut lang op een flow van 200 ml/min totdat de lucht
volledig uit het systeem is ontsnapt.
8) Start de bypass daarna opnieuw door de arteriële en de
veneuze lijn te openen.
9) Klem de recirculatielijn af.
J. HET BLOED NA BEËINDIGING VAN DE BYPASS
OPVANGEN
1) Vang zoveel mogelijk bloed op uit de veneuze lijn en zend het
naar de aorta door middel van de arteriële pomp, zoals de
toestand van de patiënt dat eist.
2) Na het veneuze reservoir te hebben geleegd en de veneuze
canules te hebben verwijderd:
a) Schakel de arteriële pomp uit.
b) Klem de veneuze, de arteriële en de recirculatielijn af.
c) Sluit de "ON-OFF"-kraan (positie OFF).
d) Koppel de male luer lockaansluiting af van de recirculatielijn
van de "ON-OFF"-kraan.
e) Sluit een extra opvangzak (500 ml) aan op de aansluiting van
de male luer lock van de recirculatielijn om de oxygenator en
de arteriële lijn door zwaartekracht te ledigen.
f) Open de recirculatielijn.
K. DE OXYGENATOR VERVANGEN
Tijdens de perfusie moet er altijd een reserve - oxygenator aanwe-
zig zijn. Nadat het medische hulpmiddel zes uur met bloed is
gebruikt of indien er zich dusdanige situaties voordoen waardoor
naar de mening van degene die verantwoordelijk is voor de perfusie
de veiligheid van de patiënt in gevaar wordt gebracht (ontoereiken-
de prestaties van de oxygenator, lekkages, abnormale bloedparame-
ters enz.) moet het medische hulpmiddel vervangen worden zoals
hieronder aangegeven.
1) Schakel de gasflow uit.
2) Verminder de snelheid van de pomp tot een flow van 100 ml/min.
3) Maak het veneuze reservoir leeg.
4) Breng een dubbele klem aan op de uitlaatleiding van het cardio-
tomiereservoir en voeg vloeistof toe aan het cardiotomie-
reservoir om de nieuwe oxygenator te vullen.
5) Schakel de warmtecirculatiepomp uit, klem de waterleidingen af.
6) Verwijder de gasleiding.
7) Breng een dubbele klem aan op de veneuze retourleiding en stop
de arteriële pomp. Breng een dubbele klem aan:
- Op de arteriële lijn (in de buurt van de oxygenator);
- op de pomp (in de buurt van de uitlaat van het veneuze reservoir);
- in de buurt van de inlaat van de oxygenator.
8) Verwijder alle monitoringlijnen.
9) Snijd alle verbindingsslangen door op het punt tussen de 2
klemmen en laat voldoende lengte over voor de volgende
aansluiting.
10) Verwijder het water uit de houder van de LILLIPUT (volg de
aanwijzingen uit de bijbehorende gebruiksinstructies) en koppel
de oxygenator af.
11) Monteer een nieuwe oxygenator op de houder. Sluit alle lijnen
aan (veneuze lijn aan het veneuze reservoir en, eventueel, het
cardiotomiereservoir aan het soft veneuze reservoir en de arte-
riële - en gas lijn aan de oxygenator, het pompsegment aan het
veneuze reservoir en de oxygenator) en borg hen met
klembandjes.
12) Open de water lijnen van de houder, schakel de warmtecircula-
tiepomp in en controleer of de nieuwe oxygenator onbeschadigd is.
13) Herhaal alle fasen die beschreven zijn in de vul- en recirculatie-
procedure.
L. MEDISCHE HULPMIDDELEN VOOR GEBRUIK IN
COMBINATIE MET DE D901 DIDECO LILLIPUT
Uitvoeringen met SOFT VENEUS RESERVOIR
Het medische hulpmiddel moet worden gebruikt in combinatie met
een cardiotomiereservoir voor kindergeneeskunde.
Uitvoering alleen OXYGENATIEMODULE
Het medische hulpmiddel moet worden gebruikt in combinatie met:
- een veneus reservoir met functie van cardiotomiereservoir voor
kindergeneeskunde;
of
- een softveneus reservoir voor kinderen en een cardiotomie-
reservoir voor kinderen.
Bovendien moet er een arterieel/veneus monsternemingssysteem
worden gebruikt, waarbij moet worden gecontroleerd op het
moment van arteriële aansluiting dat de male luerconnector niet bin-
nendringt tot de eenrichtingsklep die binnenin de luerconnector
voor arteriële monsters van de oxygenator zit.
Alle uitvoeringen
De aansluitingen moeten tot stand worden gebracht door middel
van slangen waarvan de diameter geschikt is met het oog op de
aansluitingen die op het medische hulpmiddel zijn aangebracht
(3/16" of 1/4"). De temperatuur moet met voelers van SORIN
GROUP ITALIA artikelnr. 9026 worden gecontroleerd of met voelers
die compatibel zijn met de YSI Serie 400. Als lucht-/zuurstofmenger
moet gebruik gemaakt worden van de Bird van SORIN GROUP ITA-
LIA artikelnr. 9374 of van een systeem dat soortgelijke technische
eigenschappen heeft. Er mag elk willekeurig verwarmings-/koelsy-
steem (warmtecirculatiepomp) worden gebruikt, onder voorwaarde
dat de aansluitingen van de houder van de waterverdeler van het
type Hansen moeten zijn (SORIN GROUP ITALIA artikelnr. 9028). Op
dit moment zijn er bij SORIN GROUP ITALIA geen contra-indicaties
bekend ten aanzien van het gebruik van het medische hulpmiddel
met occlusieve of niet-occlusieve peristaltieke pompen of centrifu-
gaalpompen. Over het gebruik van andere soorten pompen moet er
met SORIN GROUP ITALIA overlegd worden.
M. RETOURNEREN VAN GEBRUIKTE PRODUCTEN
De gebruiker die niet tevreden is over bepaalde aspecten relatief aan
de kwaliteit van het product, kan dit melden aan de verdeler of de
plaatselijke erkende vertegenwoordiger van SORIN GROUP ITALIA.
Alle klachten vanwege de gebruiker moeten met bijzondere nauw-
gezetheid en urgentie worden gemeld. U dient minstens onder-
staande informatie te verstrekken:
• Volledige beschrijving van het gebeuren en, indien nodig, de toe-
stand van de patiënt;
43