Vul- En Recirculatieprocedure; Met De Bypass Beginnen; Tijdens De Bypass; De Bypass Beëindigen - dideco D 902 LILLIPUT 2 ECMO Mode D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour D 902 LILLIPUT 2 ECMO:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

aanduiding "GAS INLET". Het gas moet toegevoerd worden door
een speciale lucht-/zuurstofmenger zoals de Sechrist artikelnr.
09046 (verkrijgbaar bij SORIN GROUP ITALIA) of een systeem dat
soortgelijke technische eigenschappen heeft. In het midden van de
"GAS ESCAPE" aansluiting treft u de aansluiting aan voor een
capnograaf.
Het "GAS ESCAPE" systeem is vervaardigd met het doel om
-
elk mogelijk verstoppingsrisico van de gasuitlaat te
vermijden; indien de gasuitlaat namelijk verstopt zou raken
zou er onmiddellijk lucht in het bloedcompartiment
terechtkomen.
-
In geval van voortdurende toediening van anticoagulans aan
de patiënt:
gebruik een vrouwelijke luerlockconnector op de connector
van de veneuze retourlijn .
F. VUL- EN RECIRCULATIEPROCEDURE
Gebruik geen vuloplossing op alcohol-basis: hierdoor kan de
goede werking van de oxygenatiemodule aangetast worden.
1) HOUD DE GASFLOW UITGESCHAKELD
2) HOUD DE RECIRCULATIE VAN DE OXYGENATOR
GESLOTEN
3) DE OXYGENATIEMODULE ISOLEREN
Sluit het veneuze reservoir en de arteriële uitlaat van de oxygenator.
4)
4) HET SYSTEEM VULLEN
De druk in het bloedcompartiment van de oxygenatiemodule
mag de 100 kPa (1 bar / 14 PSI) niet overschrijden.
Vul de oxygenatiemodule door middel van de zwaartekracht en
houd hem, daar waar mogelijk, in horizontale positie. Schakel de
pomp in en open de klem van de recirculatielijn met een flow van
200 ml/min. In deze toestand circuleert het bloed tussen de
oxygenator en de veneuze lijn; de maximum flow mag niet meer zijn
dan 200 ml/min.
5) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJNEN OPENEN
Haal de klemmen van de veneuze en de arteriële lijn af en verhoog
de flow tot 2000 ml/min.
6) DE CIRCULATIELIJN VAN DE OXYGENATOR
AFSLUITEN
Sluit de witte klem op de recirculatielijn.
7) DE LUCHT UIT HET SYSTEEM LATEN
ONTSNAPPEN
Tijdens deze fase moet op heel het systeem geklopt worden om
ervoor te zorgen dat de microluchtbellen van de wanden van de
slangen loslaten. Na enkele minuten waarin de flow op een hoog
niveau moet worden gehouden zal alle aanwezige lucht afgevoerd
zijn.
8) DE RECIRCULATIELIJN OPENEN
Nadat de lucht volledig uit het circuit verwijderd is, kan de snelheid
van de arteriële pomp worden teruggebracht tot een flow van 200
ml/min door de recirculatielijn open te zetten en de flow te laten
recirculeren.
9) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJNEN
AFSLUITEN
Tijdens
de
vul-
arteriële/veneuze circuit altijd ongeveer 30 cm hoger
gehouden worden dan de arteriële uitlaat van de oxygenator.
Gebruik tijdens de vulfase geen pulserende flow.
en
luchtafvoerfases
moet
Controleer of de dosering van de anticoagulans in het
systeem juist is alvorens met de bypass te beginnen.
SORIN GROUP ITALIA adviseert gebruik te maken van de
snelheidsregelaar van de pomp om de arteriële flow
langzaam te verminderen of te stoppen.
Gebruik de aan-/uitschakelaar van de pomp niet totdat de
snelheid van de pomp nul bedraagt.
G. MET DE BYPASS BEGINNEN
1) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJNEN OPENEN
Haal eerst de klem van de arteriële lijn af en daarna van de veneuze
lijn .Start de bypass met een bloedflow die geschikt is met het oog
op de omvang van de patiënt.
2) CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE
WARMTEWISSELAAR
Controleer de temperatuur van het veneuze en het arteriële bloed.
3) KEUZE VAN DE GESCHIKTE GASFLOW
De gas-/bloedverhouding die bij een normale lichaamstemperatuur
wordt geadviseerd is 1:1 met een Fi0
- Schakel altijd eerst de bloedflow en daarna de gasflow in. De
verhouding gas/bloed mag nooit meer zijn dan 2:1.
- De druk in het bloedcompartiment moet altijd hoger zijn dan
de druk in het gascompartiment; dit om de vorming van
gasbellen in het bloedcompartiment te voorkomen.
4) BLOEDGASANALYSE
Enkele minuten nadat de bypass gestart is, moet het gasgehalte in
het bloed gecontroleerd worden. Afhankelijk van de vastgestelde
waarden moet u de betreffende parameters als volgt afstellen:
Hoog pO 2
Laag pO 2
Hoog pCO 2
Laag pCO 2
H. TIJDENS DE BYPASS
1) RECIRCULATIE MET LAGE FLOW
(Hypothermie gepaard met circulatiestilstand).
a) Verlaag de gasflow tot een waarde van minder dan 200 ml/min.
b) Open de recirculatielijn en sluit de inlaatlijn van het veneuze
reservoir af.
c) Verlaag de flow van de arteriële pomp.
d) Sluit de arteriële lijn af.
e) Recirculeer met een flow van maximaal 200 ml/min gedurende
heel de duur van de circulatiestilstand.
f) Om de bypass na de circulatiestilstand opnieuw te starten, moet
u de veneuze lijn en de arteriële lijnen openen en de bloedflow
langzaam verhogen.
g) Klem de recirculatielijn af.
h) Stel de gasflow bij.
I. DE BYPASS BEËINDIGEN
Dit moet op basis van de individuele toestand van de patiënt gedaan
worden. Handel zoals hieronder beschreven:
1) Schakel de gasflow uit.
2) Schakel de warmtecirculatiepomp uit.
3) Verlaag de snelheid van de arteriële pomp langzaam tot nul en sluit
tegelijkertijd de veneuze lijn af.
4) Open de recirculatielijn.
5) Klem de arteriële lijn af.
6) Verhoog de arteriële bloedflow tot 200 ml/min.
het
Als de extracorporele circulatie daarna opnieuw gestart moet
worden, dan moet er een minimum bloedflow in de LILLIPUT
gehandhaafd worden (max 200 ml/min).
NL - NEDERLAN
van 80:100%.
2
verlaag het FiO 2
verhoog de FiO 2
verhoog de gasflow
verlaag de gasflow
21

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières