3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals
beschreven in «Paragraaf 2.».
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
(en mogelijk ook ingestelde alarmtijden) gereset moeten
worden – het jaartal knippert daarom automatisch nadat de
batterijen zijn vervangen.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AA alkaline batterijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmeter! Laad deze batterijen op in een externe oplader
en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
10. Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife
netadapter als accessoire voor uw voedingsspanning t.b.v.
het gebruik via netstroom.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 5 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
BP A100 Plus
11. Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
Fout
Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
zwak
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten
ontstaan, door bijvoorbeeld een bewe-
ging of samentrekking van een spier.
Herhaal de meting terwijl u uw arm stil
houdt.
«ERR 3» Geen juiste
Een adequate druk kan niet in de
drukopbouw
manchet worden geproduceerd. Er kan
in de
een lek in het manchet zijn. Controleer
manchet
of de manchet goed is aangesloten en
niet te los om de arm zit. Vervang de
batterijen indien nodig. Herhaal de
meting.
«ERR 5» Abnormaal
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
resultaat
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«ERR 6» MAM Modus Er waren teveel fouten tijdens het
meten in MAM mode, wat het onmoge-
lijk maakt om een betrouwbaar resul-
taat weer te geven. Lees de controlelijst
door voordat u betrouwbare metingen
verricht en herhaal dan de metingen.
«HI»
Hartslag of
De druk in de manchet is te hoog
manchet-
(boven 300 mmHg) OF de hartslagfre-
druk te hoog
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO»
Polsslag te
De hartslagfrequentie is te laag (minder
laag
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
NL
21