Télécharger Imprimer la page

Climbing Technology SKR+ Mode D'emploi page 16

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
NEDERLANDS
De gebruiksinstructies van deze apparatuur bestaan uit verschillende instructie-
delen: algemene instructies, instructies die specifiek zijn voor het SKR+-systeem
en accessoire-instructies voor de Kit 12-component, indien van toepassing. Alle
instructiedelen moeten goed gelezen worden alvorens de apparatuur te gebrui-
ken. Let op! Dit document bevat alleen de specifieke instructies voor het gebruik
van SKR+.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 353-2.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): SKR+ valstopinrichting.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) tegen vallen van een
hoogte en voldoet aan verordening (EU) 2016/425. EN 353-2:2002. Geleide
valstoppers inclusief een flexibele ankerlijn. Let op! Voor dit product moeten de
instructies van EN 365 (algemene instructies/paragraaf 2.5) in acht worden
genomen. Let op! Voor dit product is een grondige periodieke inspectie verplicht
(algemene instructies/paragraaf 8).
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M4; N1.
3) BENAMING (Afb. 3).
A) Lichaam. B) Veiligheidshevel. C) Vergrendelingsnok inclusief een sleuf om de
karabijnhaak te verbinden. D) Positiehevel.
3.1 - Belangrijkste materialen. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 2; 3; 4.
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemeen (Afb. 3). Indicaties: 1; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 17; 19; 30) Diameter
en type compatibele touwen. 31) Waarschuwing over het feit dat het in gebruik
zijnde touw moet voldoen aan de eisen van de valstopper.
4.2 - Traceerbaarheid (Afb. 3). Indicaties: T1; T3; T9.
5) CONTROLES.
Elke keer voordat het systeem gebruikt wordt, verifieer dat: de positiehevel vrij kan
draaien tussen de twee posities; en dat de karabijnhaak die in het gat van het
systeem is geplaatst, vrij draait. Tijdens het gebruik van systeem: zorg dat het touw
altijd gespannen staat om vrije val te voorkomen; vermijd dat het touw slap gaat
hangen tussen het anker en de bevestiging op het harnas.
6) COMPATIBILITEIT.
Het systeem moet verbonden zijn met het bevestigingspunt EN 361 (bij voorkeur
frontaal) van een harnas, zoals volgt: A) met behulp van een connector EN 362,
met een maximale lengte van 112 mm, mits voorzien van een vergrendelings-
hekje en met een minimale kracht van 15 kN. B) door middel van de onderste
connector van de onderdelen Kit12 (Fig. 4-8.2). Opgelet! Het gebruik van com-
ponenten anders dan die zijn aanbevolen, is nadrukkelijk verboden; het gebruik
van ander weefselband of sleutelkoord om de verbinding van het systeem met het
harnas of het anker te verlengen is ook verboden. Opgelet! Gebruik de Kit12
nooit alleen of in combinatie met andere systemen.
6.1 - Ankerpunten. Voor de plaatsing van het touw kunnen alleen ankerpunten
worden gebruikt die voldoen aan de EN 795 standaard (minimale kracht 12
kN of 18 kN voor niet metallische ankers), en ze mogen geen scherpe kanten
hebben.
6.2 - Touwen. Het systeem kan alleen worden gebruikt met de modellen touw die
hieronder worden opgesomd, en uitgerust met een genaaide lus aan één uitein-
de, gemaakt van polyamide (PA): Patron Plus 11 (Klimtechnologie). Let op! Niet
gebruiken op metalen of getwijnde touwen.
7) GEBRUIKSINSTRUCTIES
7.1 - Installatie. Verifieer dat de plaatsingshevel in de GO-stand staat (Fig. 5.1).
Open de vergrendelingsnok en de veiligheidspal (Fig. 5.1). Plaats het touw in
het systeem en zorg dat het met de correcte zijde naar boven staat (Fig. 5.2).
Ontgrendel de vergrendelingsnok en de veiligheidspal om te voorkomen dat het
touw uit het systeem komt (Fig. 5.3). Steek de connector door de sleuf van de
vergrendelingsnok (Fig. 4.5). Doodsgevaar! De valstopper werkt slechts in één
richting. Als deze in de verkeerde/tegenovergestelde richting wordt geplaatst,
bestaat er doodsgevaar.
7.2 - Testen van de werking Schuif de valstopper naar boven, door aan de
connector te trekken en controleer dat deze vrij loopt (Fig. 5.5). Trek hem dan
snel naar beneden en controleer dat de valstopper onmiddellijk op het touw
vergrendelt (Fig. 5.6). Let op! De connector moet alleen aan het harnas worden
gekoppeld als bovenstaande stappen op nauwgezette wijze zijn uitgevoerd. Om
het systeem van het touw los te koppelen, moet de connector uit de sleuf worden
verwijderd.
7.3 - Gebruik. Met de valstopper kunnen verticale structuren veilig en zonder
handen worden beklommen. Als de gebruiker valt, zal het systeem onmiddellijk
vergrendelen op het touw (Fig. 5.6). Om de hoogte van een val te beperken,
zal het voldoende zijn als het systeem op het touw boven de gebruiker wordt
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
vergrendeld door de positiehevel in de REST-stand te zetten (Fig. 8.2). Let op! De
gebruiker moet altijd op een laag niveau blijven ten opzichte van het ankerpunt.
De maximale inclinatie mag niet hoger zijn dan 30° (Fig. 9.1).
7.4 - Spelingsafstand bij vallen (Fig. 6). De spelingsafstand bij vallen is de mi-
nimale afstand die nodig is onder de voeten van de bediener om een botsing
met de structuur, grond of andere voorwerpen te vermijden, bij het vallen van een
hoogte. Let op! Als de gebruiker zich onder de afstandshoogte van de valspeling
bevindt, kan het gebeuren dat hij niet tegen vallen beschermd is: daarom wordt
aangeraden om aanvullende maatregels te nemen tijdens het klimmen of afdalen.
Let op! De aangegeven waarde is berekend aan de hand van standaard valtes-
ten met behulp van een rigide massa van 100 kg. Let op! Bij de berekening van
de spelingsafstand voor het vallen moet de elasticiteit van het touw erbij worden
opgeteld; deze kan verschillen naargelang de gebruikscondities.
7.5 - WAARSCHUWINGEN EN 353-2. 1) Maak alvast een veiligheidsknoop
aan het onderste uiteinde van de flexibele ankerlijn op een afstand van niet
minder dan 30 cm van het uiteinde van het touw (Fig. 2.2). Gebruik anders een
flexibele ankerlijn die van een genaaide eindlus is voorzien. 2) Om de prestatie
van het valstopapparaat te verhogen, wordt aanbevolen om een gewicht (2÷5
kg) met het onderste uiteinde van de flexibele ankerlijn te verbinden (Fig. 2.1). 3)
Controleer dat bij de vooruitgang van het touw, deze strak wordt getrokken, niet
tegen een rand wrijft en niet in contact komt met agressieve/abrasieve stoffen.
8) SYMBOLEN.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 16): F1; F2; F9.
9) RESERVEONDERDELEN/ACCESSOIRES.
Dit product is alleen compatibel met de hieronder vermelde specifieke reserveon-
derdelen en accessoires: KIT12* (Ref. nr. KIT12). Let op! Accessoires/onderdelen
die met een sterretje (*) zijn gemarkeerd, vormen op zich geen PBM. Let op! Lees
en begrijp de gebruiksaanwijzingen van het systeem waarop u een accessoire/
reserveonderdeel gaat installeren voordat u die installeert. Let op! Controleer of
het accessoire/reserveonderdeel correct is geïnstalleerd voordat u het gaat ge-
bruiken.
IST22-SKRPCT_rev.0 05-21
16/28

Publicité

loading