Opzetstukken Voor De Kunstmatige Oogkamer; Geleideringen (Enkel Gebruiken Met Het Universele Opzetstuk #19162) - MORIA ALTK Manuel Utilisateur

Vanuit deze basis (E), kunnen drie types kunstmatige oogkamers aangebracht worden:
de kamer van het type « ONE », te gebruiken met microkeratoom ONE: montage van het
opzetstuk #19162 + geleidering « ONE » #19164.
de kamer van het type « CBM-ALTK », te gebruiken met microkeratoom CBM:
• ofwel met montage van het opzetstuk #19162 + geleidering « CBM-ALTK » #19171.
• ofwel met montage van enkel het opzetstuk CBM-ALTK #19172 omdat de geleiding
ingebouwd is in het opzetstuk.

3. OPZETSTUKKEN VOOR DE KUNSTMATIGE OOGKAMER

Er bestaan twee ontwerptypes:
• Opzetstuk #19162 (F): hiermee kan een transplantaatsnede gemaakt worden met de
microkeratomen « ONE » en « CBM-ALTK ». Er moet gebruik gemaakt worden van:
• de geleidering #19164 met het systeem « ONE » (L),
• de geleidering #19171 met het systeem « CBM-ALTK » (M).
Bovendien kan men met dit opzetstuk de snijdiameter van het transplantaat regelen dankzij de
afstelring.
Opzetstuk #19172: ze bevat het systeem met « geleider » (G) en spil (H) van de microkeratoom
•
CBM. Er is dus geen geleidering nodig.
Dit opzetstuk kan enkel worden gebruikt met de microkeratoom CBM. De snede van het
transplantaat is systematisch zo groot mogelijk. Er moet dus een trepaneerboor gebruikt worden
in een tweede fase om de diameter van het transplantaat aan te passen aan de snede op het oog
van de ontvanger.
Montage van de opzetstukken op de basis van de kunstmatige oogkamer (de foto's die als voorbeeld
gegeven worden, stellen het opzetstuk #19172 voor):
De opzetstukken (type « ONE » en « CBM-ALTK ») komen op de basis van de kunstmatige oogkamer te
staan om het transplantaat op zijn plaats te houden (I). Draai met de klok mee (J). Met het bajonetsysteem
met drie openingen kan het opzetstuk in de juiste stand vastgezet worden (K).

4. GELEIDERINGEN (ENKEL GEBRUIKEN MET HET UNIVERSELE OPZETSTUK #19162)

Er bestaan twee types geleideringen:
• # 19164 : type « ONE » voor gebruik van microkeratoom ONE (L)
• # 19171: type « CBM-ALTK » voor gebruik van microkeratoom CBM (M).
De vergrendelschroef van de geleidering dient om hem vast te zetten op het opzetstuk (N).
5. APLANAATLENZEN « ALTK »
Er zijn twee aplanaatlenzen beschikbaar (O). Ze dienen om de diameter na te gaan van de snede die op het
transplantaat gemaakt zal worden.
• Lens #19165 visualiseert de diameters van 7 mm, 9 mm & 11 mm,
• Lens #19166 visualiseert de diameters van 6 mm, 8 mm & 10 mm.
#65009-G-01.2017 MORIA
53