4. Bediening
4.1. Starten met benzinemotor
1. De chokehendel:
De chokehendel bevindt zich onder de beschermkap van de motor en heeft twee standen:
Niet choken (bedrijfsstand, hendel tegen rechteraanslag)
Choken (hendel naar links)
Warme start / warme omgeving:
Niet choken.
Chokehendel blijft tegen rechteraanslag.
Koude start:
Choke naar behoefte.
Motor laten opwarmen.
Verschuif de chokehendel naar rechts naarmate de motor warmer wordt.
2. Brandstofkraan:
De brandstofkraan bevindt zich onder de beschermkap van de luchtfilter.
De brandstofkraan heeft 2 standen:
OFF = geen brandstof (kraan naar links) bij benzinemotor buiten gebruik.
ON = brandstof (kraan naar rechts) bij benzinemotor in bedrijf.
3. Gashendel
De gashendel bevindt zich onder de beschermkap van de motor.
De gashendel mag slechts toegepast worden in 2 standen:
0 = stationair toerental (opwarmen, koelen of korte onderbreking)
1 = vol gas tijdens reinigingswerken
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT om de spuitdruk te regelen.
Starten en warmdraaien:
Schuif de gashendel een klein stukje open naar links.
Zet de bedrijfsschakelaar in positie 1 en zet de brandstofkraan op ON.
Start de motor, elektrisch of met het trekkoord, afhankelijk van het model.
Laat de hendel even in die stand, zodat de motor onbelast bij lage toeren warm kan lopen.
Motor is op bedrijfstemperatuur:
Schuif de gashendel naar links (tegen de aanslag = de maximale stand), tot het gewenste toerental van de motor
is ingesteld.
DiBO n.v. 15
Gashendel
Chokehendel
Brandstofkraan